dat de muitelingen de Plantagie Kortenduur hadden aangevallen, alwaar zy met plonderen bezig waaren; maar dat de bewooner alle zyne Slaven gewapend hebbende, deezen de eerstgemelden hadden genoodzaakt de vlucht te neemen, zonder dat men eenige andere hulp noodig gehad hadde.
De Colonel FOURGEOUD zond my van de Wana-Kreek, eene kleine bezending van krygsvolk, die den 11den op de Hoop aankwam, met den Neger SEPTEMBER, die steeds gevangen bleef. De soldaten verhaalden, dat de muitelingen, met den Bevelhebber gesproken hadden, en hem in 't aangezicht hadden uitgelachen, toen zy hem een bevel hoorden uitbrengen, om geen vuur op hen te geven, maar hen levendig gevangen te nemen. Ik vernam ook, dat onder de geenen, die in de bosschen verdoold geraakt waren, zig ook bevond de ongelukkige SCHMIDT, die onlangs zoo zwaar gekwetst was geworden, dat hy zig naderhand niet volkomen had kunnen herstellen.
Den 15den, de sluisen door het hooge water overgeloopen zynde, geraakte onze geheele post onder water, uitgenomen het vak, waar op ik myne hut geplaatst had, het welk droog bleef. Door dit toeval, waren de Officiers en soldaten tot de kniën toe in 't water. Den zelfden dag, kwam myn waarde vriend HENEMAN, die als