zyne Negers, was hy jegens alle anderen beschaafd, vriendelyk, gastvry, en zeer wellevend. Ik zag op zyne Plantagie een groot getal Chineesche oranjeboomen. Derzelver vruchten verschillen van de andere oranje-boomen daarin, dat ze van binnen veel doorschynender zyn, en een veel geuriger smaak hebben. De schil is ook veel gladder, dunner en bleeker. Maar schoon men zonder hinder eene groote meenigte gewoone oranje-appelen eeten kan, kan men dit niet zeggen van, de Chineesche, wier onmatig gebruik in deeze Volkplanting steeds gevaarlyke gevolgen gehad heeft. Deeze vrucht is van het zelfde zoort, als die van Lissabon aankoomt, en waarschynlyk zyn het de Portugeezen of Spanjaarden, die deeze oranje appelen in Guiana gebragt hebben. Men kan gemakkelyk naargaan, dat de oranje-appelen van dit zoort, als gouden trossen in volkomene rypheid van de boomen afvallende, van veel lekkerder smaak zyn; dan die wy in Engeland eeten, werwaarts men ze zend, wanneer ze nog groen zyn; het is waar, dat zy aldaar vervolgens van kleur veranderen; maar zy komen aldaar nimmer tot hunne waare rypheid. Men kan zig ligtelyk een denkbeeld maken van de geur, die de bloemen van alle deeze oranje-boomen, waar van men hier de fraaiste ruikers maakt, verspreiden.
Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 2 (1799).pdf/135
Uiterlijk