Naar inhoud springen

Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 2 (1799).pdf/168

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

vrouw LOLKENS voor alle haare goedheden, en ik vertrok weder dadelyk naar de Hoop, alwaar ik den 22sten te rug kwam.

De arme Neger, dien ik met de bezorging van mynen brief belast had, was minder gelukkig geweest, dan ik: de kragt van den stroom had zyne kano in het midden der Rivier Surinamen doen omslaan: hy konde niet zwemmen, maar had de kragt en behendigheid, om zig op de kano, die onöphoudelyk weder trachte om te keeren, recht op te houden, en door dit middel gelukte het hem om altyd het hoofd boven water te houden, terwyl de zwaarte van zyn lichaam dit vaartuig eindelyk belette te wankelen. Eene sloep van een oorlogschip verlostte hem gelukkig uit deeze gevaarlyke en lastige gesteldheid; maar zy, die op het schip waren, namen de kano voor hunne moeite, en zetten den man te Paramaribo aan land. Geduurende al den tyd, dat hy in 't water geweest was, had hy den brief tusschen zyne tanden gehouden, en denzelven met allen spoed willende bezorgen, deed hy dadelyk zyn best, om zulks te verrigten, maar vergistte zig in het huis: men zag hem in 't huis, alwaar hy binnen trad, voor een dief aan, want hy weigerde aanhoudend den medegebragten brief over te geven, en men stond gereed, om hem vier honderd geesselslagen te doen