Deze pagina is proefgelezen
Bladz.
XIII. HOOFTSTUK. Beschryving van eene Suiker Plantagie. — Huisselyk geluk in zekere hut. — Krygs-verrigtingen van den Generaal FOURGEOUD. — De Duncane, Igname en Soubacou. — Wreedheden van zommige Opzigters der Plantagiền. — Onderscheidene zoorten van visschen. — Misnoegen van eenen Capitain der muitelingen |
71 |
XIV. HOOFTSTUK. De Colonel FOURGEOUD keert naar Paramaribo te rug. — Het gevleugeld en gewapend Water-hoen van EDWARDS. — Bewys van onkunde in een Heelmeester ; — van deugd in een slaaf; — van wreedheid in eenen Bevelhebber. — De roode Wulp. — De Wesp, Marobonso genaamd. — Orange appelen en Limoenen. — De insecten, Chiques genaamd. — Het krygsvolk begeeft zig weder naar de bosschen. De Kibry-Fowlo. — Verscheidene zoorten van wilde varkens. — Mieren. — De dans van Loango. — De Toreman. — Poelsnip van Guiana. — Plantains en Bananes. — Manier om te visschen. — Vogelen |
104 |