tegenwoordig zyn, en wier voorkomen of persoon haare aandacht verdient.
Elk Land heeft zyne gewoonten, en in allen kan men uitzonderingen maken; want ik heb vrouwen in Surinamen gekend, wier kiesche en beschaafde opvoeding de beminnelykste gezelschappen van Europa veraangenaamd zouden hebben. De inwoonders van Paramaribo, behalven de vermaken van de tafel, het dansen, het uit ryden gaan, en de speel-partyen, hebben een klein toneel, waar op zy, tot vermaak van hun en hunne vrienden, blyspelen vertoonen. Indien zy keurig op hunne kleederen zyn, zy zyn het niet minder op de netheid hunner huizen. Hun linnen is allerfynst; zy laaten het wasschen met Castiliaansche zeep, en deszelfs witheid is by niets, dan by de sneeuw der bergen, te vergelyken. De vloer der vertrekken, waar in gezelschappen by één komen, word altoos met zuure oranje-appelen, in tweën gesneden, schoon gemaakt, het geen een aangenaame geur verschaft: de Negerinnen houden in elke hand een halve appel, en zingen, wanneer zy dit werk doen. Dusdanig is de hoofdstad, dusdanig zyn de inwooners der Surinaamsche Volkplanting, en hun caracter is gelyk aan dat van alle de Hollanders in de West-Indische bezittingen. Maar laaten wy tot myn verhaal te rug keeren.