Pagina:Stijl vol 01 nr 04 p 041-045.djvu/3

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

uitbreiding de begrenzing tot het individueele opgeheven worden, want dàn eerst beeldt de uitbreiding zich in alle zuiverheid.
Komt, in vormbeelding, de vormbegrenzing tot stand door de gesloten lijn (contour), zoo moet deze verstrakt worden tot de rechte lijn.
Dan komt het meest uiterlijke (vormverschijning) in evenwichtige verhouding met de exacte beelding van uitbreiding, die zich ook als de rechte lijn laat verzinnelijken.
Zoo wordt, door uitbreiding en begrenzing (het uiterste eene en het uiterste andere, zie inleiding) de evenwichtige verhouding in stand — de rechthoekige, geboren: zoo realiseert de uitbreiding zonder individueele begrenzing zich behalve door het verschil in kleur der vlakken, ook door de rechthoekige verhouding van lijn of kleurvlak.
Door het rechthoekige wordt de kleur niet afgesloten doch begrensd.
Zoo wordt, ten slotte, in het rechthoekig vlak, de kleur ten derde en volkomen bepaald. [1]

Evenals het beelden der kleur als vlakke kleur, kwam ook de rechthoekige afsluiting der kleur voort uit het zoeken naar uitbeelding van het planmatige der zichtbare realiteit, zooals we dat in de oude kunst vinden.
De nieuwe beelding verwerkelijkte de aloude kunstidee die is: het tot bepaaldheid stellen der kleur.
Want de kunst vóór de nieuwe beelding heeft slechts tot op zekere hoogte de kleur tot bepaaldheid gesteld. Zij deed dit door verdieping, vlakheid van kleur en vastheid van toets of lijnbegrenzing (contoureering) der kleur. Vorm werd gezocht en met kleur ingevuld, of ook werd door kleur vorm uitgebeeld (Cézanne). De waarde van een kunstwerk van vóór dezen tijd kan men schatten naar deze (betrekkelijke) tot bepaaldheid stelling der kleur. In tijden van sterk innerlijk (geestelijk) leven was de kleur vlak en de lijn gespannen, Maar ook, wanneer we, in andere tijden de kleur gemodelleerd, de lijn grillig zien, heeft de kunst de kleur hare vastheid, de lijn hare spanning gegeven om de innerlijke kracht beeldend te doen optreden.
De vroeg-moderne schilderschool kenmerkte zich door het uitdrukkelijk beelden der lijn (contour) — van Gogh — en het vlakhouden der kleur — Cézanne. —
Toen later kleur als kleur en vorm als vorm op zich zelve verschenen (Cubisme, enz.) kreeg de kleur nog meerdere bepaaldheid. Uit de exacte vormbeelding, uit deze consequentie van het tot bepaald stellen der kleur, kwam, door verbreking van vorm, de volkomen tot bepaaldheid stelling der kleur voort. Door het verbreken van vorm (contour) werd de kleur niet vaag of vervloeiend, maar ontstond hare wezenlijke bepaaldheid: de bepaaldheid van het rechte.

43
  1. Van de drie bepalingen der kleur drukt die der rechthoekige afsluiting het meest exacte verhouding uit. Zij houdt ook de andere bepalingen der kleur in, de vlakheid ontstaat van zelf door de afsluiting, de primaire kleur kan tot het kleurlooze (witte) gereduceerd gedacht worden.