mais le mécanisme universel qui nous plie et nous domine. Nous ne sommes pas assez naifs pour oublier le total toujours fuyant dans la vanité de nos légères trouvailles.
FRANKRIJK. — 1 October 1919 zal te Parijs een nieuwe maandelijksche revue voor de nieuwe beeldende kunst, litératuur en muziek, verschijnen: „L’Effort moderne” onder directie van Maurice Raynal. Hieraan zullen medewerken: Louis Aragon, André Breton, Jean Cocteau, Blaise Cendrars, Georges Gaborit, Max Jacob, Jean Paulhan, Maurice Princet, Raymond Radiguet, Maurice Raynal, Pierre Reverdy, Philippe Soupault; voorts Mademoiselle Maria Blanchard, Madame Irène Lagut, M.M. George Braque, Csaky, André Derain, Juan Gris, Hayden, Herbin, Léger, H. Laurens, J. Lipchitz, Jean Metzinger, Picasso, Severini; Georges Auric, Louis Durey, Roland Manuel, Francis Poulanc, Erik Satie.
Vanaf November 1919 zal bij denzelfden uitgever, „L’Effort Moderne”, Léonce Rosenberg, elk jaar, te beginnen met 1920, verschijnen „Almanach de l’Effort Moderne”. Behalve vele illustraties zullen bijdragen geleverd worden door de bovenstaande medewerkers van het tijdschrift.
Bij Amboise Vollard verscheen „Paul Cézanne” een werkje waarin het accent ligt op het individueele leven van dien schilder. Voor hen, die gaarne in dergelijke intimiteiten snuffelen, is dit een wolkome vademecum. Men kan er b.v. in vinden hoeveel francs Cézanne dagelijks dineerde, hoeveel kamerhuur bij betaalde en hoe de vriendschap tusschen Cézanne en Zola tot stand kwam.
Van meer belang lijken ons de acht goede fototypie’s, vooral die van het landschap (blz. 107). Een mooi voorbeeld van beginnende beheerschte verstrakking en vervlakking, waarin het cubisme zich aankondigt. Ook geeft het hoofdstuk „Cézanne et la Critique” een kijk op de verhouding van diens kunst tot de journalistieke kunstkritiek van omstreeks 1900.
Wij documenteeren de volgende merkwaardige specimen:
La Lanterne. — 15 octobre 1904 (A. M.): ... Cézanne, dont le nom, aux temps héroïques du réalisme, servit de prétexte à de si chaudes batailles. Hélas! je crains bien que cette exposition ne mette fin à la querelle, en démontrant de façon péremptoire que Cézanne n’était que qu’un lamentable raté. Peut-être avait-il des idées, mais il était bien incapable de les exprimer. Il semble avoir ignoré même les premiers éléments de son métier.
L’Univers. — 14 novembre 1904 (Le Say): ... Les oeuvres de Paul Cézanne qui y sont rassemblées sont ce qu’on peut rêver de plus abracadabrant; c’est faux, c’est brutal, c’est fou.
Je le dis bien bas, car il est fort dangereux d’émettre une telle opinion en public; (oui! certainement m’sieur Le Say! Red. „De Stijl”) le malheureux en sait quelque chose, qui fut, lors de la visite prèsidentielle, passé à tabac pour n’avoir pas montré un suffisant enthousiasme devant ce musée des horreurs!
La République Française. — 17 octobre 1905 (De Bettex): ... Laissons d’autres admirer les magots à la Cézanne, peints avec de la boue, pour ne pas dire pire.
Zoo werd de klare Cézanne door de vertegenwoordigers der burgerlijke opninie beoordeeld.
BIJLAGE XVII.
In No. 3 Tweede Jaargang gaven wij de werkteekeningen van Van ’t Hoff’s Zomerhuis te Huis ter Heide met de belofte in een der volgende nummers het uitgevoerde werk te reproduceeren. Voor technische opmerkingen hierover verwijzen wij naar blz. 32 van Stijl No. 3.
108