Pagina:Stijl vol 03 nr 05 p 041-048.djvu/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
A­BON­NE­MENT BIN­NEN­LAND 6.00 BUI­TEN­LAND 7.50 PER JAAR­GANG BIJ VOOR­UIT­BE­TA­­LING. VOOR AN­­NON­CES WEN­DE MEN ZICH TOT DE AD­MI­NI­STRA­TIE.

MAAND­BLAD GE­WIJD AAN DE MO­DER­­NE BEEL­DEN­DE VAK­KEN EN KUL­TUUR RE­DAC­TIE: THEO VAN DOES­BURG.

AL­LE STUK­KEN DE RE­­DAC­TIE BE­TREF­FEND: K. GAL­GE­WA­TER 3, LEI­DEN. AL­LE STUK­KEN VOOR DE AD­MIN. AD­RES­SEE­RE MEN MORSCH­WEG 20, LEI­DEN, HOL­LAND.

3e JAARGANG.
NUMMER 5.
MAART NEGENTIENHONDERDNEGENTIEN.


NATUURLIJKE EN ABSTRACTE REALITEIT.

DOOR PIET MONDRIAAN.

Trialoog. — Y. Leek. — X. Naturalistisch schilder. — Z. Abstract-realistisch schilder.

7e Tooneel. — Atelier van Z.

Y. We hebben veel schoons gezien, dezen avond: jammer dat hij voorbij is.
Z. De avond is voorbij maar het schoone is gebleven. We hebben niet enkel visueel „aanschouwd”: een werking tusschen ons en het waarneembare heeft plaats gehad. Deze werking moet iets voortgebracht hebben. Zij heeft meer of minder bepaalde beelden voortgebracht: dèze blijven voor ons bestaan niet alleen, maar winnen in kracht nu we met de beelden alleen, nu we uit de natuur zijn. Deze beelden nu zijn de ware manifestaties van het schoone voor ons: de dingen zelf die we zagen zijn dit niet. Oefen U in het klaar zien en vasthouden van schoonheidsbeelden: ten slotte zal één blijvend schoonheidsbeeld aldoor in U zijn.
Y. Dat lijkt me het ideale, maar het is moeielijk voor den leek dit te bereiken ....
Z. ’t Is waar, de kunstenaars zijn, uit ingeboren drang en door het métier, voortdurend met het vormen en vasthouden van schoonheidsbeelden bezig. De naturalistische schilder zoekt zich een vast beeld van het natuurlijke te vormen. Omdat het zich vormt volgens zijn bizondere ontroering, verschilt het evenwel van de gewoon visueele ziening. De Cubist tracht ook een vast beeld van de dingen in zich op te nemen. Daar de dingen geheel anders beziet, verschilt zijn beeld nog meer van de gewoon visueele, perspectievische verschijning der dingen. En de abstract-realistische schilder, ook hij vormt zich een vast beeld van de zichtbare realiteit: hij laat deze op zich inwerken en komt, al beeldende, tot een abstract verhoudingsbeeld. Zóó zien we bij den kunstenaar het schoonheidsbeeld zich ontwikkelen en zich, als het ware, loswerken van de dingen. Zich loswerkende van de dingen groeit dit van individueele tot universeele schoonheid. Het abstract verhoudingsbeeld is het meest vrij van de gebondenheid, dus van de tragiek van het materieele, individueele en is de zuiverste uitdrukking van het universeele. Het universeele is, in het algemeen, niet

41