Pagina:Stijl vol 03 nr 06 p 049-056.djvu/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


zijn ten eenenmale ontoereikend en onmachtig om de collectieve ervaringen van onzen tijd tot uitdrukking te brengen

evenals de oude opvatting van het leven
zijn de boeken op de
LENGTE den DUUR gebaseerd
ze zijn
DIK
de nieuwe levensopvatting berust op de
DIEPTE en de INTENSITEIT
zóó willen wij de poesie

om de menigvuldige gebeurtenissen
om en door ons heen
literair te construeeren
is het noodig dat het woord
zoowel volgens het begrip als volgens de klank
hersteld wordt

is in de oude poesie
door overheersching van relatieve en subjectieve aandoeningen
de innerlijke beteekenis van het woord te gronde gegaan
wij willen met alle middelen die ons ten dienste staan
syntaxis
prosodie
typografie
arithmetica
orthografie
het woord een nieuwe beteekenis en een nieuwe uitdrukkingskracht geven

de dualiteit tusschen proza en vers kan niet voortbestaan
de dualiteit tusschen inhoud en vorm kan niet voortbestaan
daarom zal voor den modernen schrijver de vorm een direct-spiritueele beteekenis hebben
hij zal geen handeling beschrijven
hij zal in het geheel niet beschrijven
maar SCHRIJVEN zal hij

het collectief der handelingen herscheppen tot woord:
constructieve eenheid van inhoud en vorm

wij rekenen op de moreele en aesthetische medewerking van hen die medewerken aan de geestelijke hernieuwing der wereld

leiden april 1920
theo van doesburg/ piet mondriaan/ antony kok
 

50