beide, de een in de ander overgaat. De schilderkunst, gezuiverd, werkt slechts met lijn en kleur enkel. De schilderkunst van voorheen, de picturale zoowel als de decoratieve, heeft door vorm en voorstelling het zuiver beeldende steeds min of meer gesluierd. En vooral door voorstelling: het beeldende is bij voorbeeld in sommige oud Moorsche ornamenten zuiverder dan in het zoogenaamde „redegevend” ornament onzer moderne „styleerperiode” en figuurdecoratie.
Y. En dezelfde begrippen gelden voor hetgeen in het vertrek is, voor de toegepaste kunst, voor meubelen, tapijten, enz.?
Z. Natuurlijk. Dàn eerst is er eenheid. Voorheen was datgeen wàt de ruimte indeelde in plaats van middel tot indeeling iets „op zichzelf”, iets „individueels”. Het had zeer weinig wezenlijk verband met vorm en kleur van het vertrek. Omdat men het vertrek decoreerde naar ’t geen erin kwam of hetgeen erin kwam koos naar het aspect van het vertrek, ontstond er wel een zekere „harmonie” maar geen exacte uitbeelding van evenwichtige verhouding. Daartoe moet er gelijkwaardigheid zijn van het een en het ander. Als het vertrek niet grillig is mogen de meubelen enz. dit ook niet zijn.
Y. Voor zoover meubelen rechthoekig zijn, stemmen zij toch met het rechthoekige van het vertrek overeen.
Z. Het geheele aspect, vorm en kleur, van een meubel moet met het geheele aspect van het vertrek overeenstemmen, niet slechts in vorm-, maar ook in maat- en kleurverhouding, om zuiver evenwicht te bereiken. In hoofdvorm stemmen naturalistische schilderijen ook met het rechthoekige van het vertrek overeen, maar dan moet u niet zien wat erop staat! U zou deze schilderijen moeten omkeeren om ze te gebruiken als zuivere indeeling der wand.
Y. De meubelen enz moeten dus gemaakt worden naar het vertrek?
Z. Alles moet volgens eènzelfde begrip, dat der Nieuwe Beelding, gemaakt worden om in zijn geheel zuiver evenwichtige verhouding tot exacte uitdrukking te brengen. Dan werken vanzelf alle vakken samen. Elk vak heeft zijn eigen eischen en dus zijn eigen dienaren noodig; elk vak eischt inderdaad alle toewijding en studie.
X. Maar op de wijze der Nieuwe Beelding wordt een vertrek niet erg gezellig!
Z. Dat zal van de wijze der uitvoering afhangen, en .... van onze eigen persoonlijkheid. Wat de een gezellig noemt heet de ander daarom nog niet gezellig. Zelfs kunnen we bij verdieping der beteekenis, het woord moeielijk meer gebruiken.
RECTIFICATIE: blz. 43 regel 14 van boven staat: universeele, lees: individueele.
BERICHT.
De aanteekening bij de bijlage en een belangrijk artikel over de harmonie der kleuren in het intérieur, door Wilh. Ostwald, moesten door plaatsgebrek tot een volgend nummer blijven liggen.
56