Naar inhoud springen

Pagina:Stijl vol 04 nr 04.djvu/10

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

lavendelwater het getij en hoogtij en zoo komt het dat al reeds weer lamgodszachtmoedig, de jongeren, ietwat anemiek, vooze rapen schellen.

Verlatende dat terrein van literair en andere kunstmilieu, dat zichzelf als louter esthetisch (met uithangbord) afgebakend heeft, op zoek naar ware beteekenis (hetgeen den artisten een redplank is) bij het ongeëvenaard cosmiek aanvoelen der kelners, (in dancing-, bar-, grill- en tearoom) met hun jeukig genot en al het tragi-comieke hunner beleefdheidsvormen bij dik drinkgeld en hunne lessen over hooge esthetiek aan de habituées (in geenen deele banaal) op grond van acrobatisch nihilismus (genre music-hall en cinema) tegenover — de zinneloosheid van het overtuigd lyrisme der menschen met zoogezegden klassieken kunstzin en scheppende rythmus — ; eveneens het cosmopolitisme der danseressen en andere putanella, voor wie de oorlog eene hoogeschool van nieuwe levensaanschouwing en -aanvoeling was, bereid met breede vrijgevigheid, in evenredigheid met hun verhoogd tarief, u uit te schrijven naar het vleesch (in welke europeesche taal dan ook) de apologie van den mooiste der origineele bandietenlachen.

Ziedaar, een inleiding tot mijne latere brieven uit Brussel in België.

Brussel, 15/3 1921.

RONDBLIK.

(Tentoonstelling van de dadaïsten Suzanne Duchamp en Jean Crotti. Galérie Montaigne, Parijs). Men kan van de dadaïsten, die zich aan de Kunst vijandig voelen, moeilijk verwachten dat ze, indien zij schilderen of schrijven of, op welke wijze dan ook „produceeren”, een esthetische emotiemetvoorbedachtenrade bij den beschouwer willen opwekken. Integendeel. De dadaïsten willen geen aanval doen op uw geestelijke Ischias. Zij

56