Naar inhoud springen

Pagina:Stijl vol 05 nr 01.djvu/14

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

buiten en binnenmuren zijn alle samengesteld uit holle betonsteenen van 10 C. M. dikte, 25 C. M. hoogte en 50 C. M. breedte. Voor de buitengevels zijn deze steenen in twee rijen achter elkaar opgesteld met een tusschen ruimte van 5 C. M. terwijl de binnenste wand onderling met een voldoend aantal gegalvaniseerde ijzeren ankers worden verbonden eu [en, ed.] op de juiste afstand gehouden. De binnenwanden der buitenmuren en alle binnenmuren zijn vervaardigd van holle steenen in z. g. n. sintelbeton, hebben daardoor een groote mate van porositeit, een meer dan voldoen de absorptie-vermogen en werken zeer isoleerend. De balklaag en de vloeren zijn op de gewone manier van hout vervaardigd. Gang-en keukenvloeren beg. grond, evenals grootsteenen en dorpels in granits.
Alle timmerwerken zijn genormaliseerd en getetailleerd in overeenstemming met het architectonische aspect der gebouwen. De holle betonsteenen zijn zuiver en vlak vervaardigd, en zoodanig zuiver gesteld, dat een verdere nabewerking door stucadoors noch binnen, noch buiten noodig is. Als dakbedekking wordt uitsluitend een isoleerend licht materiaal gebruikt tot een gezamelijke dikte van ca. 15 C. M. waardoor het bewonen der direct onder het dak gelegen vertrekken minstens zoo aangenaam is, als die gelegen op den beganen grond.
De plafonds zijn van gipsplaten vervaardigd en voorzien van eene vakverdeeling in gekleurd houtwerk.“

INGEKOMEN BOEKEN EN TIJDSCHRIFTEN

Klei (jrg. 14 no. 3, 4 en 5). — De Bouwwereld (jrg. 21 no. 5, 6—7, 8 en 9). — Bouwkundig Weekblad (jrg. 43, no. 4, 5, 6—7, 8 en 9). — Blad voor Kunst (Jan. 1922). — Der Sturm (jrg. 13, heft 1—2). — Het Overzicht (no. 9 en 10). — Les Humbles (septième série no. 1). — L’Esprit Nouveau (no. 14). — Monitor (Any 1 no. 6). — Sozialistische Monatshefte (jrg. 28, heft 3 und 4—5). — Garden Cities & Town-Planning (Vol. XII no. 1). — De Reclame (Orgaan voor reclame en reclamekunst (jrg. 1 no. 2). — De Bibliotheekgids (jrg. 1 no. 2 en 3). — Den Gulden Winckel (jrg. 21 no. 2). — Het Getij (jrg. 7 no. 2). — Aperusen (Redaz: Perugia, anno I no. 1). — Les Marges (18ieme Année no. 92). — Le Revue de l’Epoque (4me Année no. 24), — Sélection (2me année no. 2—5). — Ma (jrg. 2 no. 2). — Ça Ira (no. 17). — Das Kunstblatt (jrg. 6 heft 1). — Prisma (Vol. 1 Num. 2). — Z (no. 2). — Mécano (no. jaune). — The Chapbook (no. 25). —

Paul Neuhuys: „Poètes d’aujourd’hui“ (Ça Ira. Anvers).
Paul Hasenclever: „Rhapsodie“ op. 1 (per Canto e Pianoforte).
Elie Ehrenbourg: „En altijd gaat het verder“. (Verlag Helikon, Berlin, russische uitgave.)

12