Naar inhoud springen

Pagina:Stijl vol 05 nr 02.djvu/8

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

komen. Indien het gebouw nog niet geheel volgens Neo- Plastisch inzicht gemaakt kan worden, kan het althans zooveel mogelijk aan de nieuwe eischen beantwoorden. Op daartoe geschikte plaatsen kan dan het Neo-Plastisch schilderij hetgeen in het gebouw zelf ontbreekt op andere wijze manifesteeren. Het zal de behoefte aan „volledige schoonheid“ bevredigen, afgescheiden van het gebouw want als decoratief treedt het niet op. De zaal zal, als promenoire, het komen en gaan, hooren en zien moeten mogelijk maken; zitplaatsen moeten bezet en verlaten kunnen worden zonder stoornis te veroorzaken. Het electrisch muziekaparaat zal onzichtbaar opgesteld zijn, daàr, waar de praktijk het noodig zal bevinden. De zaal zal wat accoustiek betreft moeten medewerken met den nieuwen eisch der klank.
Kortom, zij zal geen theaterzaal of kerk meer zijn, maar een open, frissche ruimteoverdekking die aan alle nieuwe eischen van schoonheid en nut, van materie en geest, voldoet. Geen personeel dat de plaatsen aanwijst of bedient in de pauze; een automatisch buffet of nog beter, in ’t geheel geen buffet. Want het gebouw kan verlaten worden, zonder dat men iets verzuimt. De composities toch kunnen van tijd tot tijd op nieuw en op dezelfde wijze ten gehore gebracht worden, zooals thans in onze cinemas dezelfde film op vaste uren vertoont wordt. De tusschenpozen kunnen lang zijn; blijft men, zoo wordt de leegte gevuld door het Neo-Plastische schilderij dat, indien de techniek dat gaat veroorloven, ook als lichtbeeld kan verschijnen. Dan ook voor kunstenaars en organisateur geen noodzaak meer zich uit te putten in het zoeken naar eindelooze afwisseling in het programma, naar telkens „iets nieuws“ geen zucht.

Beeldt de Neo-Plastische schilderkunst en muziek beiden hetzelfde op andere wijze, een kunst wordt mogelijk tusschen schilderkunst en muziek in. Zij zal schilderkunst zijn, omdat zij door kleur en niet-kleur beeldt, maar omdat deze in tijd optreden en niet in ruimte, zal

22