A.Muhlenfeld,
Madurastraat 17
Den Haag.
4 Maart 1916
Geachte Heer Soewardi,
Hindia Poetra ontving ik in goede orde (tusschen twee haakjes: de heer Abendanon had heden namiddag nog geen exemplaar daarvan ontvangen, hij is toch donateur der I.V. en ook abonné, als ik me niet vergis).
Het tijdschrift ziet er goed uit (de foto's zijn jammer genoeg niet zoo, als het wel wezen mocht) en Uw voorrede evenals uw stukken bij die portretten van Mr..D.B. en S.o las ik met genoegen. Eerlijk gezegd was mijn genoegen echter .... .... en al onverdeeld.
Het stukje over D.D. ware in dit periodiek beter achterwege gebleven. U is met hem bevriend, doch velen oordelen minder sympathiek over hem, velen, ... ... .... voor het Jav. volk voelen en door 't I.P. tintje, dat 't maandblad op deze wijze krijgt, hun sympathie hiervoor voelen verkoelen. Reeds sprak ik een hun der allerbeste onderdanen van het volk, die gelijksoortige opmerkingen, als ik, zuchten.
D.D.'s sterke sympathieën tegenover Duitschland hebben ... vijf jaar geleden de aandacht en zulks temeer, waar Duitsch Regime en den
