Het geval Soewardi
nadere toelichting
Zij die de internering wettig achten, ongerekend dat bij rechterlijk vonnis een gerechtelijke instructie bevolen was, beroepen zich op den onbegrensden inhoud van art 47 RRI en beweren daarbij, dat de Regeering met haar verbanningsbesluit niet tusschen gekomen is in zaken van justitie, m.a.w. dat de regeeringsmaatregel naast de door den rechter bevolen instructie staat.
De redeenering is dan: Art 47 RRI geeft aan den Gouverneur-generaal een ongelimiteerd recht om een persoon te interneeren.
En bij het nemen van dien maatregel blijft hij geheeld lijdelijk ten opzichte van de justitie.
Goed. Maar omgekeerd zijn ook justitie en openbaar ministerie op hun beurt aan hun instructie de strafvordering, gebonden en mogen zij hun plichten zooals de strafvordering die voorschrijft, niet verzaken op grond van een regeeringsmaatregel (de interneering), die geheel buiten hen omgaat en waarmeede zij niets te maken hebben.
Wat schrijft nu de strafvordering voor? De beschikking (het vonnis) van rechtsingang en wel het origineel, moet aan den beklaagde vanwegen den officier van justitie worden vertrouwd en beteekend (d.w.z. aan den beklaagde moet een afschrift worden gelaten).
De rechter commissaris, die de beteekende beschikking van den officier van justitie terugontvangt, moet den beklaagde hoore en de instructie voeren (d.i. de bewijzen van schuld en onschuld verzamelen)