Naar inhoud springen

Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/155

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Troonrede 18 september 2007
(Minister-president: Jan Peter Balkenende)


Leden van de Staten-Generaal,

Ons land heeft veel dat hoop geeft en vertrouwen. De economische vooruitzichten zijn gunstig. Ondernemers en consumenten zijn optimistisch. Jongeren vinden snel een baan. Ook buiten de economie zijn er hoopvolle ontwikkelingen.

Steeds meer mensen willen zich inzetten voor elkaar en voor een betere leefomgeving. Juist nu zijn er goede mogelijkheden om maatregelen te nemen die ons land sterker maken. Het is nodig die mogelijkheden ten volle te benutten.

Ons land staat voor aanzienlijke opgaven.

We weten dat de gemiddelde leeftijd van onze bevolking stijgt. Bedrijven en publieke sectoren als de zorg en het onderwijs krijgen te maken met een tekort aan menskracht. Dat stelt ons voor de vraag hoe in de toekomst ons welzijn en onze welvaart veilig te stellen.

Ook zal de groei van de economie op een duurzamer manier moeten worden gerealiseerd. Te veel mensen voelen zich onveilig.

Het voorkomen en bestrijden van terrorisme, criminaliteit en geweld blijven volop aandacht vragen.

De Nederlandse samenleving verandert snel en de bevolking wordt meer pluriform. Mensen voelen zich soms onzeker en zoeken naar houvast en geborgenheid. Die gevoelens kunnen diep ingrijpen.

Daarom is extra inspanning nodig om de samenhang in ons land te vergroten en verdraagzaamheid en onderling respect te versterken.

Veranderingen kunnen een bron van kracht zijn. In het verleden heeft vernieuwing ons vooruitgang gebracht. Juist ons vermogen tot veranderen en vernieuwen geeft ons de dynamiek die onmisbaar is om in te spelen op de uitdagingen van de toekomst. De regering levert met haar begroting voor 2008 daaraan een bijdrage. De begroting voor volgend jaar laat een overschot zien. De regering verwacht dat dit ook in de jaren na 2008 het geval zal zijn. Zo sparen we voor de toekomst.

Om een schonere en zuinigere economie te bevorderen, verhoogt de regering de belastingen op consumptie en op activiteiten die onvriendelijk zijn voor het milieu. De opbrengsten wil de regering gebruiken om de lasten op arbeid te verlagen.