Naar inhoud springen

Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/51

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

belastingen en premies voor het overgrote deel van de burgers duidelijk dalen. Dit is mede van belang voor het goed functioneren van de arbeidsmarkt en het matigen van de loonkosten.

Naar verwachting komt het financieringstekort in 1990 uit op 5 procent van het nationaal inkomen. Ten opzichte van het tekort in 1983 is er sprake van een halvering. Hierbij mag niet vergeten worden dat in deze periode de aardgasbaten sterk zijn afgenomen. De terugdringing van het financieringstekort is mede mogelijk geworden doordat het aandeel van de uitgaven in het nationaal inkomen zowel van het Rijk als van de gehele collectieve sector – is gedaald. Niettemin zijn, vergeleken bij de andere landen van de Europese Gemeenschap, onze collectieve uitgaven, ons financieringstekort en onze staatsschuld nog steeds erg hoog. Het blijft daarom noodzakelijk waakzaam te zijn bij de verdere beheersing van de overheidsuitgaven, mede in het kader van Europa 1992.

Economische vernieuwing en bestrijding van de werkloosheid, vooral onder jongeren, vragen om hoge deelname aan onderwijs en scholing. Hierdoor komen ook de maatschappelijke en culturele taken van het onderwijs beter tot hun recht. De volwassenen-educatie is een middel om bij te blijven in de snel veranderende samenleving. In toenemende mate versterkt deze scholing bovendien haar bijdrage aan het verhogen van kansen op de arbeidsmarkt.

Wil ons land zijn welvaart op peil kunnen houden, dan zullen wij moeten investeren in een hoog opleidingsniveau met daaraan gekoppeld een sterk onderzoekbestel. Daarnaast roepen de snelle ontwikkelingen in wetenschap en techniek ethische vragen op, die zorgvuldige behandeling vereisen. De nota over het wetenschapsbeleid in de iaren negentig zet daarvoor de noodzakelijke lijnen uit. Om op de langere termijn een goed en voor iedereen betaalbaar stelsel van gezondheidszorg te garanderen, wordt een tweede stap voorbereid in het vernieuwingsproces van de structuur en financiering ervan. Besluitvorming hierover is voorzien in het voorjaar van 1990. Belangrijk daarbij is vooral de overheveling van huisartsenhulp naar de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, waardoor iedereen voor de kosten van deze hulp verzekerd zal zijn.

Vanaf 1990 wordt niet alleen van mannen maar ook van vrouwen die dan achttien worden, verwacht dat zij een zelfstandig bestaan opbouwen. Het is de taak van de samenleving dit ook inderdaad mogelijk te maken. Dit vergt activiteiten op het terrein van scholing en bemiddeling gericht op kansrijke sectoren, verdere stimulering van positieve actie en verruiming van de mogelijkheid om betaald werk en verzorgende taken te combineren.

Ten behoeve van de zorg voor en de dienstverlening aan mensen met een handicap en ouderen wordt in 1990 een extra bedrag ter beschikking gesteld. Voor een deel zal dit besteed kunnen worden aan verlaging van de werkdruk in de instellingen. Daarnaast wordt voortgegaan met het verminderen van de achterstand, opdat de wachtlijsten korter worden.

Recent heeft de regering een advies over het minderhedenbeleid ontvangen van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. De regering bereidt een voorlopig standpunt voor, waarin het accent zal liggen op effectiever onderwijs aan en gerichte scholing van allochtone leerlingen, alsmede op een krachtige bestrijding van de langdurige werkloosheid onder deze groepen.

Het mediabeleid staat sterk in de belangstelling. Wijziging van de omstandigheden, bijvoorbeeld door de Europese integratie op economisch en cultureel gebied, roept de vraag op of aanpassing