Naar inhoud springen

Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/67

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Troonrede 15 september 1992
Beatrix, Koningin der Nederlanden
(Minister-president: Ruud Lubbers)


Leden van de Staten-Generaal,

Beelden van geweld, honger, racisme en verwaarlozing van het milieu bereiken ons iedere dag. Zij laten ons niet onberoerd. Ons antwoord moet tweeledig zijn: hulp en internationale actie, maar ook zorg dragen voor het behoud van onze eigen rechtsstaat en voor de kracht van onze economie. Een Nederland dat zich sterk en geloofwaardig toont; dat is de opdracht.

In het voormalige Joegoslavië gaat de uitbarsting van etnische spanningen gepaard met onnoemelijk leed. Onze regering tracht samen met andere landen de oorlogstoestand te beëindigen en een oplossing van het conflict tot stand te brengen. Daarnaast ziet zij het als haar taak in onze samenleving onderdak te bieden aan vluchtelingen en verdrevenen. Waardering past voor de inspanningen van velen daarbij. Behalve de opvang hier te lande wordt nu ook hulp geboden bij de opvang in kampen ginds. Zo wordt getracht in deze nood de hand te reiken. In Somalië leven vele mensen op de rand van de hongerdood. Afrika bezuiden de Sahara wordt door droogte geteisterd. Duizenden zijn al omgekomen. De vluchtelingenstromen die het gevolg zijn van honger en geweld vormen een extra opgave. Wereldwijd zijn hulpacties op gang gekomen, waaraan ook Nederlandse burgers ruimhartig bijdragen.

Bij veel ellende zijn er ook positieve ontwikkelingen. In Afrika en elders ter wereld groeit het inzicht dat democratie, mensenrechten en duurzame ontwikkeling nauw met elkaar samenhangen. In een toenemend aantal landen worden daaruit ook politieke consequenties getrokken.

In de voormalige Sovjet-Unie en in het uiteengevallen Joegoslavië zijn oude binnengrenzen in korte tijd veranderd in buitengrenzen. Als reactie op een in het verleden vaak afgedwongen eenheid zijn er nu veel meer onafhankelijke landen in Midden- en Oost-Europa. De regering spreekt de wens uit dat landen en volkeren in vrijheid leven, maar ook dat zij over grenzen heen samenwerken. Met het einde van de koude oorlog heeft ook de discussie over veiligheid een andere inhoud gekregen; de massale militaire dreiging heeft plaats gemaakt voor lokale conflicten.

Door het wegvallen van de Oost-West-tegenstelling is de politieke rol van de Verenigde Naties in de beslechting van conflicten toegenomen en wordt op de lidstaten vaker een beroep gedaan om troepen uit te zenden voor vredesoperaties. Zo wordt op basis van het oordeel van de internationals volkerengemeenschap militaire macht ingezet om spanningen niet te laten ontaarden in gewelddadige conflicten, om agressie te beteugelen en om bescherming te bieden bij humanitaire acties.

Ook Nederland levert zijn bijdrage aan de VN-vredesoperaties. Tegelijkertijd weegt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de uitgezonden militairen zwaar. Onze gedachten