Naar inhoud springen

Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/76

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Het devies moet steeds zijn: meer werk, en bestrijding van fraude en oneigenlijk gebruik. Dat is ook de rode draad in het recent verschenen rapport van de parlementaire enquêtecommissie inzake de sociale zekerheid. Nu niet omzien met verwijten, maar aan de slag met veranderingen; die boodschap verdient waardering en vraagt om actie ter bescherming van diegenen die het echt nodig hebben. Het economisch klimaat is nog steeds guur. Toch zijn er ook bemoedigende ontwikkelingen. Ondanks de scherpe daling van de groei en van de belastingopbrengst is het tekort van de overheid teruggebracht, zij het nog niet tot het niveau dat in het regeerakkoord voor 1994 ten doel gesteld werd. De norm van 3% van het nationaal produkt die wij onszelf daarna in het Verdrag van Maastricht opgelegd hebben, moet echter over enige jaren bereikt kunnen worden. De rente, zo belangrijk voor bedri’ven en voor investeringen, is sterk gedaald. Door een jarenlang volgehouden beleid van ombuigingen is Nederland financieel meer solide, al noopt de hoge staatsschuld tot voortgaande soberheid in de overheidsuitgaven. Bij de volkshuisvesting zullen overheveling van verantwoordelijkheden naar gemeenten en woningbouwcorporaties, alsmede de verbetering van financidle verhoudingen het mogelijk maken om na 1994 een punt te zetten achter algemene objectsubsidies in de sociale woningbouw. De stadsvernieuwing zal wél worden voortgezet en er kunnen nu ook middelen worden aangewend voor het benutten van duurdere locaties, die uit een oogpunt van ruimtelijke ordening en milieubeleid de voorkeur verdienen.

Ook bij het openbaar vervoer gaan meer investeringen gepaard met minder subsidies. Met decentralisatie naar de vervoerregio’s en met meer zelfstandige bedrijfsvoering door de spoorwegen wordt goede voortgang gemaakt.

De kwaliteit van ons land is nauw verbonden met een actief voortzetten van het milieubeleid. Veel is de afgelopen jaren bereikt: schonere produktie op geschikte plaatsen met betere verwerking van het afval. Het gaat om betrokkenheid en om nieuwe technieken. Milieubeleid is succesvoller naarmate het beter begrepen en breder gedragen wordt. Zo krijgt het in de praktijk gestalte. Heffingen en herschikking van ons fiscaal stelsel zijn daarbij instrumenten om het beleid te ondersteunen.

De evaluatie van het eerste Nationaal Milieubeleidsplan zal laten zien hoeveel er bereikt is en wat ons in het tweede nog te doen staat. Ons land is te mooi om te bederven; daarom streven we naar behoud en ontwikkeling van natuur en landschap, en zorgvuldigheid bij produktie en consumptie. Op dat punt is met bedrijfstakken en doelgroepen een goede samenwerking tot stand gekomen. Op die weg zal worden voortgegaan bij het investeren in duurzame ontwikkeling. Bemoedigend is ook dat verbetering van de verkeersveiligheid mogelijk blijkt. Het menselijk verdriet als gevolg van verkeersongevallen motiveert om door te gaan met de aanscherping van het beleid.

In deze kabinetsperiode is aanzienlijke voortgang gemaakt met de decentralisatie, allereerst naar provincies en gemeenten. Dat proces in de regio’s is nu zo ver voortgeschreden dat het moet komen tot verbetering van de ‘Wet gemeenschappelijke regelingen’ en tot ordening van de gebiedsindeling. Daarnaast wordt aan zeven grootstedelijke gebieden de mogelijkheid geboden een stap verder te gaan. Te beginnen met Rotterdam en omstreken kan gekozen worden voor een eigen grootstedelijke provincie, die dan afgesplitst wordt van Zuid-Holland. Elk van de grootstedelijke gebieden zal op termijn een keus doen of men inderdaad zo ver wil gaan, dan wel er de voorkeur aan geeft tot een andere vorm van toereikende samenwerking te komen.