Naar inhoud springen

Pagina:Troonredes Koningin Beatrix (1980-2012).pdf/81

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Troonrede 20 september 1994
Beatrix, Koningin der Nederlanden
(Minister-president: Ruud Lubbers)


Leden van de Staten-Generaal,

Vijftig jaar geleden werden de eerste steden en dorpen van ons land bevrijd. De wereldoorlog liep ten einde. Voor velen moest de zwaarste beproeving, de hongerwinter, echter nog komen, en het zou nog lange tijd duren voordat het toenmalige Nederlands-Indië werd bevrijd. In vele herdenkingen wordt nu stilgestaan bij die moeilijke jaren. Herdenken is herinneren, maar ook inspiratie putten en lering trekken voor het heden en de toekomst. Werken aan duurzame vrede, aan samenwerking binnen en buiten de landsgrenzen, ddt moet onze opdracht zijn.

Voormalige tegenstanders kwamen na de Tweede Wereldoorlog tot elkaar in internationale organisaties; zo ontstonden er nieuwe structuren. In West-Europa namen zes landen het initiatief tot economische integratie. De Europese Unie van thans twaalf landen hoopt op 1 januari aanstaande vier nieuwe leden te verwelkomen. De regering hecht grote waarde aan de belangstelling die nieuwe democratieën in Centraal- en Oost-Europa hebben getoond voor het lidmaatschap. Verdere uitbreiding van de Europese Unie zal hand in hand dienen te gaan met institutionele hervormingen die de besluitvaardigheid waarborgen. Versterking van de parlementaite democratie is daarbij een belangrijk element.

Sinds de Tweede Wereldoorlog is in ons land een indrukwekkende verhoging van het levenspeil tot stand gebracht. De ervaring leert ons dat de verworvenheden die daarmee verband houden niet onaantastbaar zijn. Daarom kiest de regering voor versterking van het draagvlak voor duurzame werkgelegenheid. Meer mensen aan de slag, dat is het devies. Deze doelstelling wordt langs een drietal wegen nagestreefd:

een vertrouwenwekkend macro-economisch beleid, gericht op beheersing van de staatsschuld en de inflatie, en op verlaging van de arbeidskosten;

een beleid dat economische dynamiek, ondernemen, investeren en innoveren aanmoedigt, waardoor de concurrentiepositie wordt versterkt en de vraag naar arbeid toeneemt;

– het stimuleren van arbeidsdeelname en een geringere afhankelijkheid van uitkeringen onder handhaving van de sociale bescherming voor hen die daarop zijn aangewezen.

De ontwerp-begroting die u heden wordt aangeboden, draagt het karakter van soberheid en modernisering. Er is een beduidende daling van de collectieve lastendruk voorzien, en de basis wordt gelegd voor een vermindering van het financieringstekort in de komende jaren.

De zorgwekkende verhouding tussen de aantallen inactieven en actieven maakt het onontkoombaar dat volgend jaar wordt afgezien van koppeling van minimumloon en uitkeringen aan de loonontwikkeling. Met flankerende maatregelen wil de regering eraan bijdragen dat er toch een redelijk evenwichtig inkomensbeeld ontstaat. Daartoe dienen onder meer de invoering van