Pagina:Van Alphen, Proeve van kleine gedigten voor kinderen (1779).pdf/203

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

En zei: mijn lief mamaatje!
Bewijs mij deze gunst,
Dat ik mag leeren speelen,
En zingen naar de kunst.
Zij nam mij in haar armen,
En zei: in 't nieuwejaar.
Nu brande ik van verlangen,
Ach kwam de meester maar.




De jeugd spant zig met speelen
En zingen nuttig uit;
En is men moe van 't leeren,
Dan geeft dit lief geluid
Weêr nieuwen lust en kragten;
Zo leeft mijn blij en zoet;
En schuwt met vreugd gezelschap,
Dat dikwijls doolen doet.