Pagina:Van Alphen, Proeve van kleine gedigten voor kinderen (1779).pdf/73

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


DE PRUIMEBOOM.
EENE VERTELLING.


Jantje zag eens pruimen hangen,
o! als eijeren zo groot.
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
schoon zijn vader 't hem verbood.
Hier is, zei hij, noch mijn vader,
noch de tuinman, die het ziet:
Aan een boom, zo vol geladen,
mist men vijf zes pruimen niet.
Maar ik wil gehoorzaam wezen,
en niet plukken: ik loop heen.
Zou ik, om een hand vol pruimen,
ongehoorzaam wezen? Neen.
Voord ging Jantje: maar zijn vader,
die hem stil beluisterd had,
Kwam hem in het loopen tegen,
voor aan op het middelpad.