Pagina:Van Alphen, Proeve van kleine gedigten voor kinderen (1779).pdf/92

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


KLAARTJE EN KEETJE.


Klaartje.


Altoos werken, altoos lezen,
Dat moet wel verdrietig wezen:
Is het daarom dat men leeft?
Lustig Keetje! nu aan 't spelen;
Ach! de tijd moet u verveelen,
Dien gij aan uw meesters geeft.

Keetje.


Nooit te werken, nooit te lezen,
Altoos in den tuin te wezen,
Is het daarom dat men leeft?
Klaartje lief, hou op met spelen;
Ach! de tijd moet u verveelen,
Dien gij aan uw poppen geeft.