Pagina:Van Eeden, Grassprietjes (1887).pdf/52

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
En geen wonder ! Godes gratie
Geeft van zelven inspiratie ;
Schande dan den godsman, die
Niet iets doet aan poëzie!

Blinkt de groote B. ter Haar,
Niet in onze dichterschaar?
Wie kent Borger niet van 't „Rijntje”?
Ook een dichter, en geen kleintje!

Maar van allen toch de baas
Is de groote Nicolaas; -
Wat heeft hij niet saâmgedicht!
Hoeveel harten niet gesticht!

Goethe met Homerus samen
Kunnen nooit zijn roem beschamen:
Want hij heeft wat hun ontbrak:
Echte vroomheid... door zijn vak.

Niet het laatste dient gelet
Op den grooten Genestet:
Wel was hij wat los van trant,
Maar toch bleef hij Predikant.

Wonderbaar zijn 's Heeren paân!
Dikwijls ziet men het bestaan,
Dat een herder, die misleid is,
Toch nog Godes gunst niet kwijt is.