Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/109

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Artikel 137

De nadere regels voor vergaderingen van de ministers van de lidstaten die de euro als munt hebben, worden vastgesteld in het protocol betreffende de Eurogroep.

Artikel 138
(oud artikel 111, lid 4. VEG)

1. Teneinde de positie van de euro in het internationaal monetair stelsel veilig te stellen, stelt de Raad op voorstel van de Commissie een besluit vast houdende de gemeenschappelijke standpunten in de bevoegde internationale financiële instellingen en conferenties over kwesties die voor de Economische en Monetaire Unie van bijzonder belang zijn. De Raad besluit na raadpleging van de Europese Centrale Bank.

2. De Raad kan op voorstel van de Commissie passende maatregelen vaststellen met het oog op een gezamenlijke vertegenwoordiging in de internationale financiële instellingen en conferenties. De Raad besluit na raadpleging van de Europese Centrale Bank.

3. Met betrekking tot de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen hebben alleen de leden van de Raad die lidstaten vertegenwoordigen welke de euro als munt hebben, stemrecht. De gekwalificeerde meerderheid van deze leden wordt bepaald overeenkomstig artikel 238, lid 3, onder a).

HOOFDSTUK 5
OVERGANGSBEPALINGEN


Artikel 139

1. De lidstaten ten aanzien waarvan de Raad niet heeft besloten dat zij voldoen aan de nodige voorwaarden voor de invoering van de euro, worden hierna „lidstaten die vallen onder een derogatie" genoemd.

2. De onderstaande bepalingen van de Verdragen zijn niet van toepassing op de lidstaten die onder een derogatie vallen:

a) de aanneming van de onderdelen van de globale richtsnoeren voor het economisch beleid die in algemene zin betrekking hebben op de eurozone (artikel 121, lid 2);
b) dwingende maatregelen om buitensporige tekorten te verminderen (artikel 126, leden 9 en 11);
c) doelstellingen en taken van het ESCB (artikel 127, leden 1, 2, 3 en 5);
d) uitgifte van de euro (artikel 128);
e) handelingen van de Europese Centrale Bank (artikel 132);