Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/245

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


30.5. De ECB is gemachtigd reserveposities in het IMF en bijzondere trekkingsrechten aan te houden en te beheren, en te voorzien in het poolen van deze activa.

30.6. De Raad van bestuur treft alle andere maatregelen die voor de toepassing van dit artikel nodig zijn.

Artikel 31
Door nationale centrale banken aangehouden externe reserves

31.1. Het is de nationale centrale banken toegestaan transacties te verrichten ter voldoening aan hun verplichtingen jegens internationale organisaties overeenkomstig artikel 23.

31.2. Alle overige transacties in externe reserves die nog door de nationale centrale banken worden aangehouden na de overdrachten bedoeld in artikel 30, en transacties van lidstaten met hun werksaldi in buitenlandse valuta's behoeven, boven een in het kader van artikel 31.3 vast te stellen grens, de goedkeuring van de ECB teneinde overeenstemming met het wisselkoersbeleid en het monetair beleid van de Unie te verzekeren.

31.3. De Raad van bestuur vaardigt richtsnoeren uit teneinde dergelijke transacties te vergemakkelijken.

Artikel 32
Toedeling van monetaire inkomsten van de nationale centrale banken

32.1. De inkomsten die de nationale centrale banken bij de uitoefening van de monetaire beleidstaken van het ESCB verkrijgen (hierna „monetaire inkomsten" te noemen) worden aan het einde van elk boekjaar volgens de onderstaande bepalingen toegedeeld.

32.2. De monetaire inkomsten van elke nationale centrale bank zijn gelijk aan de jaarinkomsten die zij verkrijgt uit de activa die worden aangehouden als tegenwaarde voor de in omloop zijnde bankbiljetten en de verplichtingen jegens kredietinstellingen uit hoofde van deposito's. Deze activa worden door de nationale centrale banken geoormerkt volgens door de Raad van bestuur vast te stellen richtsnoeren.

32.3. Indien de Raad van bestuur na de invoering van de euro van oordeel is dat de balansindeling van de nationale centrale banken de toepassing van artikel 32.2 niet mogelijk maakt, kan hij met gewone meerderheid van stemmen besluiten dat de monetaire inkomsten, in afwijking van artikel 32.2, gedurende een periode van ten hoogste vijf jaar volgens een alternatieve methode worden bepaald.

32.4. Op het bedrag van de monetaire inkomsten van elke nationale centrale bank worden de rentelasten in mindering gebracht die door de betrokken centrale bank zijn betaald over de verplichtingen jegens kredietinstellingen uit hoofde van deposito's overeenkomstig artikel 19.

De Raad van bestuur kan besluiten dat de nationale centrale banken worden vergoed voor de in verband met de uitgifte van bankbiljetten gemaakte kosten of, in uitzonderlijke omstandigheden, voor specifieke verliezen in verband met de monetaire beleidsoperaties die voor het ESCB zijn verricht. De vergoeding geschiedt in een door de Raad van bestuur passend geachte vorm; deze bedragen kunnen met de monetaire inkomsten van de nationale centrale banken worden verrekend.