Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/249

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

40.3. Tot een aanbeveling van de ECB uit hoofde van dit artikel dient in de Raad van bestuur met eenparigheid van stemmen te worden besloten.

Artikel 41 (oud artikel 42)
Aanvullende wetgeving

Overeenkomstig artikel 129, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie stelt de Raad, hetzij op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement en de ECB, hetzij op aanbeveling van de ECB en na raadpleging van het Europees Parlement en de Commissie, de in de artikelen 4, 5.4, 19.2, 20, 28.1, 29.2, 30.4 en 34.3 bedoelde bepalingen vast.

HOOFDSTUK IX
OVERGANGSBEPALINGEN EN ANDERE BEPALINGEN VOOR HET ESCB

Artikel 42 (oud artikel 43)
Algemene bepalingen

42.1. Een derogatie als bedoeld in artikel 139 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, brengt mee dat voor de betrokken lidstaat uit de volgende artikelen van deze statuten geen rechten of verplichtingen voortvloeien: 3, 6, 9.2, 12.1, 14.3, 16, 18, 19, 20, 22, 23, 26.2, 27, 30, 31, 32, 33, 34 en 49.

42.2. De centrale banken van de lidstaten met een derogatie als bedoeld in artikel 139 van dat Verdrag behouden hun bevoegdheden op het gebied van het monetair beleid overeenkomstig de nationale wetgeving.

42.3. Overeenkomstig artikel 139 van dat Verdrag wordt lidstaten gelezen als lidstaten die de euro als munt hebben in de volgende artikelen van deze statuten: 3, 11.2 en 19.

42.4. Nationale centrale banken wordt gelezen als centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben in de volgende artikelen van deze statuten: 9.2, 10.2, 10.3, 12.1, 16, 17, 18, 22, 23, 27, 30, 31, 32, 33.2 en 49.

42.5. Aandeelhouders wordt gelezen als centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben in artikel 10.3 en artikel 33.1.

42.6. Het geplaatste kapitaal van de ECB wordt gelezen als het kapitaal van de ECB dat is geplaatst bij de centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben in artikel 10.3 en artikel 30.2.