Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/28

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
c) benoemt andere vice-voorzitters dan de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, uit de leden van de Commissie.

Een lid van de Commissie neemt ontslag indien de voorzitter hem daarom verzoekt. De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid neemt ontslag overeenkomstig de procedure van artikel 18, lid 1, indien de voorzitter hem daarom verzoekt.

7. Rekening houdend met de verkiezingen voor het Europees Parlement en na passende raadplegingen, draagt de Europese Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen bij het Europees Parlement een kandidaat voor het ambt van voorzitter van de Commissie voor. Deze kandidaat wordt door het Parlement bij meerderheid van zijn leden gekozen. Indien de kandidaat bij de stemming geen meerderheid behaalt, draagt de Europese Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen binnen een maand een nieuwe kandidaat voor, die volgens dezelfde procedure door het Parlement wordt gekozen.

De Raad stelt in onderlinge overeenstemming met de verkozen voorzitter de lijst vast van de overige personen die hij voorstelt tot lid van de Commissie te benoemen. Zij worden gekozen op basis van de voordrachten van de lidstaten, overeenkomstig de in lid 3, tweede alinea en lid 5, tweede alinea, bepaalde criteria.

De voorzitter, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de overige leden van de Commissie worden als college ter goedkeuring onderworpen aan een stemming van het Europees Parlement. Op basis van deze goedkeuring wordt de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen door de Europese Raad benoemd.

8. De Commissie legt als college verantwoording af aan het Europees Parlement. Het Europees Parlement kan overeenkomstig artikel 234 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een motie van afkeuring tegen de Commissie aannemen. Indien een dergelijke motie wordt aangenomen, moeten de leden van de Commissie collectief ontslag nemen en moet ook de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid zijn functie in de Commissie neerleggen.

Artikel 18

1. De Europese Raad benoemt met instemming van de voorzitter van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid. De Europese Raad kan zijn mandaat volgens dezelfde procedure beëindigen.

2. De hoge vertegenwoordiger voert het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Unie. Hij draagt met zijn voorstellen bij tot de uitwerking van dit beleid, dat hij als mandataris van de Raad ten uitvoer brengt. Hij handelt op dezelfde wijze ten aanzien van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid.

3. De hoge vertegenwoordiger zit de Raad Buitenlandse Zaken voor.

4. De hoge vertegenwoordiger is een van de vice-voorzitters van de Commissie. Hij ziet toe op de samenhang van het externe optreden van de Unie. In de Commissie is hij belast met de taken van de