Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/298

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Voor besluiten van de Raad die met eenparigheid van stemmen moeten worden aangenomen, is eenparigheid van de leden van de Raad vereist, met uitzondering van de leden die geen kennisgeving hebben gedaan. Een overeenkomstig dit lid aangenomen maatregel is bindend voor alle lidstaten die aan de aanneming ervan hebben deelgenomen.

In de uit hoofde van artikel 70 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie aangenomen maatregelen worden de voorwaarden bepaald voor de deelneming van het Verenigd Koninkrijk en Ierland aan de evaluaties betreffende de gebieden die worden bestreken door deel III, titel V, van dat Verdrag.

Voor de toepassing van dit artikel wordt de gekwalificeerde meerderheid bepaald overeenkomstig artikel 238, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

2. Indien na een redelijke termijn een maatregel als bedoeld in lid 1 niet met deelneming van het Verenigd Koninkrijk of Ierland kan worden aangenomen, kan de Raad deze maatregel overeenkomstig artikel 1 aannemen zonder de deelneming van het Verenigd Koninkrijk of Ierland. In dat geval is artikel 2 van toepassing.

Artikel 4

Na de aanneming van een maatregel door de Raad overeenkomstig deel III, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie kunnen het Verenigd Koninkrijk en Ierland de Raad en de Commissie er te allen tijde van in kennis stellen dat zij die maatregel wensen te aanvaarden. In dat geval is de procedure van artikel 331, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie mutatis mutandis van toepassing.

Artikel 4 bis

1. De bepalingen van dit Protocol gelden ten aanzien van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ook voor de uit hoofde van deel III, titel V, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voorgestelde of vastgestelde maatregelen tot wijziging van een bestaande maatregel waardoor zijn gebonden zijn.

2. In gevallen waarin de Raad, handelend op voorstel van de Commissie, evenwel vaststelt dat de niet-deelneming door het Verenigd Koninkrijk of Ierland aan de gewijzigde versie van een bestaande maatregel de toepassing van deze maatregel onmogelijk maakt voor andere lidstaten of de Unie, kan hij tot het Verenigd Koninkrijk of Ierland een dringend verzoek richten tot het doen van een mededeling uit hoofde van artikel 3 of artikel 4. Voor de toepassing van artikel 3 begint een nieuwe termijn van twee maanden te lopen op het moment dat de Raad een dergelijk besluit heeft genomen.

Indien het Verenigd Koninkrijk of Ierland bij het verstrijken van deze termijn van twee maanden vanaf het besluit van de Raad nog geen mededeling uit hoofde van artikel 3 of artikel 4 heeft gedaan, is de bestaande maatregel niet langer bindend voor en van toepassing op het Verenigd Koninkrijk of Ierland, tenzij de betrokken lidstaat vóór de inwerkingtreding van de wijzigingsmaatregel een mededeling uit hoofde van artikel 4 heeft gedaan. Deze situatie wordt van kracht vanaf de datum van inwerkingtreding van de wijzigingsmaatregel of de datum waarop de termijn van twee maanden verstrijkt, al naargelang welk tijdstip later valt.