Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/327

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Malta 5
Nederland 12
Oostenrijk 12
Polen 21
Portugal 12
Roemenië 15
Slovenië 7
Slowakije 9
Finland 9
Zweden 12
Verenigd Koninkrijk 24

Artikel 8

Tot aan de inwerkingtreding van het in artikel 305 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bedoelde besluit is de zetelverdeling van de leden van het Comité van de Regio's als volgt:

België 12
Bulgarije 12
Tsjechië 12
Denemarken 9
Duitsland 24
Estland 7
Ierland 9
Griekenland 12
Spanje 21
Frankrijk 24
Italië 24
Cyprus 6
Letland 7
Litouwen 9
Luxemburg 6
Hongarije 12
Malta 5
Nederland 12
Oostenrijk 12
Polen 21
Portugal 12
Roemenië 15
Slovenië 7
Slowakije 9
Finland 9
Zweden 12
Verenigd Koninkrijk 24

TITEL VII
OVERGANGSBEPALINGEN INZAKE DE HANDELINGEN DIE ZIJN VASTGESTELD OP BASIS VAN DE TITELS V EN VI VAN HET VERDRAG BETREFFENDE VAN LISSABON

Artikel 9

De rechtsgevolgen van de handelingen van de instellingen, organen en instanties van de Unie die vastgesteld zijn op basis van het Verdrag betreffende de Europese Unie worden na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon gehandhaafd zolang deze handelingen niet krachtens de verdragen ingetrokken, nietig verklaard of gewijzigd zijn. Dit geldt ook voor de overeenkomsten tussen de lidstaten die gesloten zijn op basis van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Artikel 10

1. Als overgangsmaatregel, en met betrekking tot de handelingen van de Unie op het gebied van de politiële samenwerking en de justitiële samenwerking in strafzaken die voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon zijn vastgesteld, hebben de instellingen op de datum van inwerkingtreding