Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/339

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

A. VERKLARINGEN BETREFFENDE BEPALINGEN VAN DE VERDRAGEN


Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat juridisch bindend is, bevestigt de grondrechten die gewaarborgd zijn door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en de grondrechten die voortvloeien uit de grondwettelijke tradities die de lidstaten gemeen hebben.
Het Handvest breidt het toepassingsgebied van het recht van de Unie niet uit tot buiten de bevoegdheden van de Unie en schept voor de Unie geen nieuwe bevoegdheden of taken, noch brengt het wijziging in de bevoegdheden en taken als omschreven in de Verdragen.

2. Verklaring ad artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie

De Conferentie is het erover eens dat bij de toetreding van de Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de specifieke kenmerken van de rechtsorde van de Unie in stand moeten worden gehouden. In dit verband neemt de Conferentie nota van het bestaan van een regelmatige dialoog tussen het Hof van Justitie van de Europese Unie en het Europese Hof voor de rechten van de mens; deze dialoog zou kunnen worden versterkt wanneer de Unie toetreedt tot dit Verdrag.

3. Verklaring ad artikel 8 van het Verdrag betreffende de Europese Unie

De Unie houdt rekening met de bijzondere situatie van de landen met een klein grondgebied die specifieke nabuurschapsbetrekkingen met haar onderhouden.

4. Verklaring betreffende de samenstelling van het Europees Parlement

De extra zetel in het Europees Parlement wordt toegewezen aan Italië.

5. Verklaring betreffende het politieke akkoord van de Europese Raad over het ontwerp-besluit inzake de samenstelling van het Europees Parlement

De Europese Raad zal zijn politieke akkoord hechten aan het herziene ontwerp-besluit inzake de samenstelling van het Europees Parlement, voor de zittingsperiode 2009-2014, dat gebaseerd is op het voorstel van het Europees Parlement.