Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/359

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Voorts herinnert Ierland eraan dat het overeenkomstig artikel 8 van het protocol de Raad er schriftelijk van in kennis kan stellen dat het niet langer onder de bepalingen van dit protocol wenst te vallen. Ierland is voornemens om binnen drie jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon te evalueren hoe deze regelingen functioneren.

57. Verklaring van de Italiaanse Republiek over de samenstelling van het Europees Parlement

Italië constateert dat overeenkomstig artikel 10 en artikel 14 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Europees Parlement bestaat uit vertegenwoordigers van de burgers van de Unie, die degressief evenredig zijn vertegenwoordigd.

Italië constateert eveneens dat krachtens artikel 8 (hernummerd tot 9) van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 17 (hernummerd tot 20) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, burger van de Unie eenieder is die de nationaliteit van een lidstaat bezit.

In dat verband is Italië van mening dat, onverminderd het besluit inzake de zittingsperiode 20092014, eender welk besluit van de Europese Raad op initiatief van het Europees Parlement en met goedkeuring van laatstgenoemde instelling betreffende de samenstelling van het Europees Parlement, dient te stroken met de beginselen van artikel 14, lid 2, eerste alinea.

58. Verklaring van de Republiek Letland, de Republiek Hongarije en de Republiek Malta over de spelling van de naam van de enige munteenheid in de Verdragen

Onverminderd de uniforme spelling van de naam van de in de Verdragen bedoelde enige munteenheid van de Europese Unie zoals die op de bankbiljetten en munten staat, verklaren Letland, Hongarije en Malta dat de spelling van de naam van de enige munteenheid en van de afgeleide vormen daarvan in de Letse, Hongaarse en Maltese tekst van de Verdragen geen gevolgen heeft voor de bestaande regels van de Letse, Hongaarse en Maltese taal.

59. Verklaring van het Koninkrijk der Nederlanden ad artikel 312 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Het Koninkrijk der Nederlanden zal instemmen met een besluit, bedoeld in artikel 312, lid 2, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, zodra een herziening van de in artikel 311, derde alinea, van dat Verdrag bedoelde besluit Nederland een bevredigende oplossing heeft geboden voor zijn buitensporige negatieve nettobetalingspositie ten opzichte van de begroting van de Unie.