Pagina:Verdrag van Lissabon (Publicatieblad van de EU, 51e jrg. 9 mei 2008).pdf/53

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Artikel 3

1. De Unie is exclusief bevoegd op de volgende gebieden:

a) de douane-unie;
b) de vaststelling van mededingingsregels die voor de werking van de interne markt nodig zijn;
c) het monetair beleid voor de lidstaten die de euro als munt hebben;
d) de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid;
e) de gemeenschappelijke handelspolitiek.

2. De Unie is tevens exclusief bevoegd een internationale overeenkomst te sluiten indien een wetgevingshandeling van de Unie in die sluiting voorziet, indien die sluiting noodzakelijk is om de Unie in staat te stellen haar interne bevoegdheid uit te oefenen of indien die sluiting gevolgen kan hebben voor gemeenschappelijke regels of de strekking daarvan kan wijzigen.

Artikel 4

1. De Unie heeft een met de lidstaten gedeelde bevoegdheid in de gevallen waarin haar in de Verdragen een bevoegdheid wordt toegedeeld die buiten de in de artikelen 3 en 6 bedoelde gebieden valt.

2. De gedeelde bevoegdheden van de Unie en de lidstaten betreffen in het bijzonder de volgende gebieden:

a) interne markt;
b) sociaal beleid, voor de in het onderhavige Verdrag genoemde aspecten;
c) economische, sociale en territoriale samenhang;
d) landbouw en visserij, met uitsluiting van de instandhouding van de biologische rijkdommen van de zee;
e) milieu;
f) consumentenbescherming;
g) vervoer;
h) trans-Europese netwerken;
i) energie;