XII.
De professor wekte de verbazing van de club door tot over tien te blijven en toddy te drinken.
Anders was hij namelijk zoo nauwgezet als een klok; elken Vrijdag een speelpartijtje in de club, maar alle overige avonden om negen uur precies thuis. Om hem—zooals van daag—op een Dinsdag—zijn souper hier boven te zien gebruiken en daarna een partijtje à la guerre met eenige jongelui te zien spelen,—dat was een groote zeldzaamheid.
Hij lachte er zelf ook om en was heel opgeruimd.
Maar toen hij thuis kwam,—het liep naar elf uur,—was hij verbaasd en onbehagelijk te moede toen hij zijn vrouw nog niet te bed vond.
Hij had berekend, dat zij, als hij zoo laat thuis kwam, wel zou slapen,—of zou doen alsof zij sliep; en hij wilde dien avond voor niets ter