Pagina:Vergif.djvu/42

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
44

vorderd, dat zij negen uur latijn en vijf uur grieksch in de week hadden. Zij hadden Caesar en Phaedrus verlaten om hun geest te verkwikken aan Cicero's rede over den ouderdom. En nadat hun jonge tongen genoegzaam gebogen waren voor de tweede klasse van de werkwoorden op "mi" volgens Curtius, gingen zij met Xenophon langzaam het goddelijke Hellas binnen, vijf kleine perzische mijlen wekelijks afleggend.

Het breidde zich al meer uit—dat wilde zuringbosch in die jonge hoofden. Langzamerhand sleet het verschil uit tusschen wat prettig en wat een plaag was om te leeren. Alles werd hun eigenlijk een beetje onverschillig en alleen gerangschikt naar het gewicht dat de school aan een vak hechtte.

Alles bij het onderwijs dat maar met mogelijkheid direct op het leven of op de wereld, zooals die werkelijk is, zou kunnen slaan, raakte aanmerkelijk op den achtergrond. En op den troonzetel verscheen een lange reeks van doode woorden over doode dingen; regels en woordenlijsten die in de weeke hersens gegroefd werden om daar ten eeuwigen dage hun plaats te behouden; vreemde klanken uit een vreemd leven; overoud stof dat plichtmatig gestrooid werd overal waar de saprijke jeugd een vochtig plekje vertoonde dat dit stof zou kunnen opnemen.