Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/142

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
« gen den Souvereinen Vorst hunnen dank voor Deszelfs ijver
« in het bevorderen van 's Lands belangen, doch verzoeken
« Denzelven eerbiediglijk het onderwerp van het gedane
« voorstel in nadere overweging te willen nemen."

69. De Staten Generaal hebben het regt om aan den Souvereinen Vorst voordragten te doen, en zenden Hem dezelve door eene commissie.

70. De inwilliging der Staten Generaal wordt vereischt op de jaarlijksche begrooting der uitgaven van den Staat, welke hun door den Souvereinen Vorst wordt ingezonden. Zij raadplegen vervolgens over de voorgeslagen middelen tot vinding van dezelve.

71. De voordragt, welke door den Souvereinen Vorst opzigtelijk de financiën in het begin der eerste gewone vergadering van de Staten Generaal wordt ingeleverd, is gesplitst in twee hoofddeelen.

Het eene bevat alle zoodanige zekere en bepaalde uitgaven, welke, uit den gewonen loop der zaken voortvloeijende, in het bijzonder tot den staat van vrede betrekking hebben, en alzoo op eenen duurzamen voet dienen vastgesteld te worden. Het tweede hoofddeel bevat die buitengewone en onzekere uitgaven, welke, inzonderheid in tijden van oorlog, naar voorkomende omstandigheden moeten worden geregeld.

Het eerste, door de Staten Generaal goedgekeurd zijnde, wordt toegestaan, om geen verandering te ondergaan, dan wanneer eenig deel der uitgaven mogt komen te veranderen of geheel te vervallen. Het tweede wordt slechts ingewilligd voor een jaar.

72. Alle de ingewilligde penningen worden gebruikt tot de vastgestelde posten, en geene anderen.

De Souvereine Vorst doet van dat gebruik, gedurende het vorige jaar, aan de Staten Generaal een uitvoerig verslag geven.


DERDE HOOFDSTUK.
Van de Staten der Provinciën of Landschappen.

73. Er zullen zijn Staten van de Provinciën of Landschappen.

74. Derzelver zamenstelling wordt, naar aanleiding van deze grondwet, geregeld door den Souvereinen Vorst, die uit elke Provincie of Landschap eene commissie benoemt, om Hem dienaangaande te dienen van advies.

75. De werkzaamheden der Staten worden, behoudens de voorschriften daaromtrent bij deze grondwet vastgesteld, geregeld door zoadanige bepalingen, als zij noodig oordeelen, en door den Souvereinen Vorst, in geval van goedkeuring, bekrachtigd worden. Zij maken hun eerste werk van het ontwerpen dezer reglementen.

76. Er zullen zijn in alle Provinciën of Landschappen Commissarissen van den Souvereinen Vorst, onder zulke benaming, als Hij zal goedvinden, Hij geeft aan