Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/46

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

als don gratuit, bij wijze van Quotisatie over de relative inkomsten en verteeringen van alle Ingezetenen der Bataafsche Republiek.

Dan wanneer Hetzelve oordeelt, te moeten overgaan tot het zoeken van Penningen, bij wijze van vrijwillige Negotiatie, bepaalt het den kortstmooglijken termijn van aflossing en eene behoorlijke geëvenredigde belasting voldoende tot het bekomen der noodige fondsen, zoo tot betaaling der jaarlijksche aflossingen, als interessen.

Deze belasting zal niet verder mogen geheven worden, dan toereikende tot de jaarlijksche aflossingen en interessen, noch worden verlengd, nadat dezelve Negotiatie zal zijn afgelost ; alles onder de bepaalingen, bij Art. 205 vermeld.

210. Het Uitvoerend Bewind levert, binnen één Jaar na de eerste Zitting van het Vertegenwoordigend Ligchaam, aan Hetzelve een nieuw stelsel van algemeene belastingen, zoo ter goedmaakinge der Staatsbehoeften, als in 't bijzonder tot het betaalen der jaarlijksehe interessen en aflossingen voor de geheele Republiek.

Hetzelve word zoodanig ingerigt, dat alle de belastingen, en ieder derzelven, zooveel mooglijk, geëvenredigd zijn aan het betreklijk vermogen der Ingezetenen, en opgemaakt uit de vergelijking van derzelver bezittingen inkomsten en bekende verteeringen, met inachtneming der volgende grondbeginselen :

a. De belastingen op de Onroerende Goederen, in de geheele Republiek, op eenen evenredigen voet, naar derzelver betreklijke waarde gebragt met vernieuwing en aanvulling der oude Quohieren, blijven bestaan.
b. Omtrend alle belastingen, zoo gewoone als buitengewoone, hetzij die gelegd worden op bezittingen, of op inkomsten en bekende verteeringen, word zoo veel mogelijk gezorgd, aan den eenen kant, dat ieder zich, opregt en ter goeder trouwe, van zijnen pligt kwijte, en, aan de andere zijde, dat noodeloze openbaarmaakingen van iemands bezittingen en inkomsten worden voorgekomen.
c. Dat alle belastingen op het consumtive indien en zoo verr' die plaats zullen hebben, alzoo worden ingerigt, dat dezelve geheven worden van dat gedeelte van elks verteering, hetgeen hij, na genot van het volstrekt nodige, uit zijne inkomsten verkiest te bekostigen.
d. 'Er kan geenerlei belasting gelegd worden op levensmiddelen van de eerste noodzaaklijkheid. Het Vertegenwoordigend Ligchaam ontheft zoodanige middelen, die daarmede bezwaard zijn van dien last, zoodra Hetzelve bevind, dat de opbreng van andere belastingen zulks toelaat.
e, 'Er kan geen Hoofdgeld, ieder Ingezeten, zonder