Deze pagina is gevalideerd
stelling, elk eene Instructie, inhoudende een duidlijke aanwijzing van derzelver onderscheiden werkzaamheden, voorgedragen door het Uitvoerend Bewind, en goedgekeurd door het Vertegenwoordigend Ligchaam.
Dit Ligchaam bepaalt den Borgtogt, door elk hunner, bij de aanvaarding van zijnen post, te stellen, en jaar- lijks te vernieuwen.
223. Hunne werkzaamheden zijn :
a. De algemeene omvang der Nationaale Geldmiddelen.
b. Het doen overstorten van Penningen uit de bijzondere Kassen der Ontvangers, hetzij uit de eene in de andere, of in de algemeene Kas.
c. Het betalen der Ordonnantien, op hen afgegeven door het Uitvoerend Bewind of de Departementäale Administratiën.
d. Het houden van de noodige correspondentiën met de Ontvangers en andere Comptabelen.
e. Het houden der Nationaale Registers van alle inkomsten en uitgaven, en der Contra- Boeken over de ontvangsten en uitgaven der Ontvangers.
f. Het doen toekomen, van drie tot drie Maanden, aan de Commissarissen der Nationaale Reekening, van de Algemeene Reekening van ontvang en uitgave der Nationale Kas, gesterkt met de, daartoe behoorende, bijzondere reekeningen en bewijsstukken, ten fine van bekragtiging ; alsmede van alle Ordonnantiën van betaalingen door het Uitvoerend Bewind of Departementaale Bestuuren op hen afgegeven.
g. Commissarissen ontvangen en bebeeren mede de inkomsten, bij Art. 206. afzonderlijk bestemd, tot de betaaling der Interessen en Aflossingen der Nationaale
Schuld. Zij houden daarvan afzonderlijke Boeken, en zorgen, dat, de Fondsen bij den eenen Nationaalen Ontvanger niet toereikende zijnde voor de in betaaling ontvangen Coupons, dezelven uit die der andere Ontvangers worden overgestort, zoodanig, dat dezelven op geenerlei wijze, met de andere ontvangsten en uitgaven vermengd worden. Zij stellen, in handen van Commissarissen der Nationaale Reekening, de ingetrokken en geroijeerde Coupons, als mede de ingestrokken Schuldbrieven, ten einde, in gevolge Art, 206, te worden verbrand.
224. Zij nemen stiptlijk, en op hunne verandwoordlijkheid, zoo gezamenlijk als ieder in het bijzonder, in acht de volgende bepaalingen ;
a. Dat zij nimmer betaalen zoodanige Ordonnantiën als door eenig Departement van Bestuur op hen mogten worden afgegeven, te boven gaande zoodanige Sommen, als door het Vertegenwoordigend Ligchaam op de begrooting der Staats-Uitgaven, of bij eene bijzondere Wet, daarvoor uitdrukkelijk zijn ingewilligd.