270. Vrederegters en Bijzitters worden, voor den tijd van twee Jaaren, gekozen ; doch zijn wederom verkiesbaar.
271. Uit de algemeene Lijst der Bijzitters zijn Partijën bevoegd, ieder, één, naar hun welgevallen, te kiezen.
272. De Wet bepaalt de voorwerpen, waarover de Vrederegters hetzij met of zonder hunne Bijzitters, ook met of zonder hooger beroep uitspraak doen.
273. Het staat niemand vrij, eenig twistgeding aantevangen zonder zig, alvoorens, tot den Vrederegter te hebben vervoegd.
Zo de Vrederegter hen niet kan bevredigen verwijst hij hen, bij schriftlijke acte, naar de Burgerlijke Regtbank, met overlegging der daartoe behoorende Stukken door beide Partijen onderteekend.
274. Geene Practisijns, noch derzelver instructoire Schriftuuren voor zo0 verr' zij geene bewijs-stukken behelzen worden door den Vrederegter, met of zonder Bijzitters gezeten zijnde, toegelaten.
275. De Wet bepaalt de ambtsverrigtingen en de jaarwedden der Vrederegters, als mede, op welke wijze zij de zaken, voor hen gebragt, hebben te instruëren.
276. In elk Departement bestaan Burgerlijke Regtbanken.
277. Derzelver aantal en werkzaamheden, zoodanig als het gerief der Ingezetenen, ter bekominge van goed regt, vordert, gelijk mede het aantal van Leden, en de wijze van keus door de Grond-Vergaderingen, worden door de Wet bepaald.
278. leder Departementaal Bestuur benoemt, op Instructie van het Uitvoerend Bewind, in de verschillende Gemeenten van deszelfs Departement, het benoodigd aan- aantal van Schouten Crimineel, met perzelver Dienaars.
279. Voor elk Departement bestaat een Departementaal Geregtshof, ter behandeling zoowel van Crimineele, als van Civile zaken volgends Instructie, door het Vertegenwoordigend Ligchaam vervaardigd.
280. Hetzelve is zaamgesteld uit tien Leden, waarvan vijf tot de crimineele, en vijf tot de civile Zaken, bijzonderlijk werkzaam zijn.
281. Het Uitvoerend Bewind stelt, bij elk dier Geregtshoven, eenen Commissaris, gelast, om te waaken voor de uitvoering der Wetten, en derzelver form, gelijk mede, eenen openbaaren Aanklaager in crimineele geval- len.282. Bij deze Geregtshoven dienen de Civile Zaken, alleen in geval van hooger beroep.
283. Ieder dezer Geregtshoven vonnist, bij uitsluiting, over alle misdaaden, in derzelver Departement begaan, over welken de Wet, hetzij infamie of lijfstraf bepaalt waaronder bijzonderlijk behooren alle fraudes en contraventiën, door Ingezetenen van het Departement ten nadeele van 's Lands Middelen gepleegd.