Pagina:Verzameling van Nederlandse staatsregelingen (1798-1815).djvu/79

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

den worden Nationaal verklaard om daaruit, eerstlijk, de nog blijvende Tractamenten en Pensioenen te voldoen, en daarna, tot een vast Fonds te worden aangelegd voor de Nationaale Opvoeding, en ter bezorging der Behoeftigen; blijvende nogthands onverlet de aanspraak, welke eenig Ligchaam ofGemeente daarop mogt maaken, en, met de nodige bewijzen voorzien, aan het Vertegenwoordigend Ligchaam ter beslissinge zal moeten inleveren.

5. Alle andere Kerkelijke Goederen, door vrijwillige gift, erfmaaking, inzameling of aankoop, bij eenig Kerkgenootschap verkregen, worden als het Wettig eigendom der bezitteren erkend, en, als zoodanigen, aan hun verzekerd.

6. Alle Kerk-Gebouwen en Pastorij-Huisen der voormaals Heerschende Kerk, voor zoo verr' zij, door aanbouw uit de afzonderlijke Kas der Gemeente, geene bijzondere en wettige eigendommen zijn, worden overgelaten aan de beschikking van ieder Plaatslijk Bewind, om deswege tusschen alle Kerkgenootschappen eenig vergelijk te treffen, en wel binnen de eerstkomende zes Maanden na de aanneming der Staatsregeling.

De grondslag van dit vergelijk is, in iedere Plaats het grootst aantal van Leden der onderscheiden Kerklijke Genootschappen, hetgeen alzoo de relative meerderheid van Zielen zal uitmaaken.

Hetzelve zal de voorkeus hebben omtrend de naasting eener Plaatselijke Kerk en Pastorij, onder bepaaling echter, na gedaane begrooting van de waarde dier Gebouwen, van eene maatige uitkeering, hetzij in eens, of bij termijnen, aan de andere Kerk-Gemeenten, naar evenredigheid van derzelver Leden, welke allen, door deze bepaaling, worden gehouden, voor altijd afstand gedaan te hebben van de gemeene aanspraak.

De alzoo genaaste Kerken en Pastorijen blijven, ten allen tijde, onder de bezitting, beheering, en het speciaal onderhoud dier Kerk-Gemeenten, aan welken dezelven, volgends het hier voorgaand onderling Contract, zijn toegewezen.

De geschillen over dit een en ander ontstaande, worden ten spoedigsten beslist door het Vertegenwoordigend Ligchaam.

De Torens, aan de Kerkgebouwen gehegt, benevens de Klokken, met derzelver huisingen, worden verklaard, eigendommen te zijn en te blijven der Burgerlijke Gemeenten, staande ten allen tijde onder derzelver beheering en onderhoud.

7. Alle openbaare Inrigtingen, ter bevordering der Wetenschappen, in deze Republiek bij de aanneming dezer Staatsregeling aanwezig, blijven op denzelfden voet voortduuren, tot dat daaromtrend, door het Uitvoerend Bewind eenig voorstel van verandering aan het Vertegenwoordigd Ligchaam gedaan, en door Hetzelve zal worden goedgekeurd.