Naar inhoud springen

Pagina:Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.pdf/15

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Artikel 60

1. Indien een uitspraak van de eilandsraad inhoudende de opzegging

van zijn vertrouwen in een eilandgedeputeerde er niet toe leidt dat de betrokken eilandgedeputeerde onmiddellijk ontslag neemt, kan de eilandsraad besluiten tot ontslag.

2. Op het ontslagbesluit is artikel 7, eerste lid, van de Wet administratieve rechtspraak BES niet van toepassing.

Artikel 61

De rechter treedt niet in de beoordeling van de gronden waarop de eilandsraad tot ontslag van een eilandgedeputeerde heeft besloten.

Artikel 62

Het bestuurscollege stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast, dat aan de eilandsraad wordt toegezonden.

Artikel 63

1. De gezaghebber stelt, met inachtneming van hetgeen het bestuurscollege heeft bepaald, dag en plaats van de vergadering van het bestuurscollege en het tijdstip van de opening vast.
2. De gezaghebber maakt dag en plaats van te houden openbare

vergaderingen en het tijdstip van de opening bekend.

Artikel 64

1. De gezaghebber bevordert de eenheid van het beleid van het

bestuurscollege.

2. De gezaghebber kan onderwerpen aan de agenda voor een vergadering van het bestuurscollege toevoegen.
3. De gezaghebber kan ten aanzien van geagendeerde onderwerpen een

eigen voorstel aan het bestuurscollege voorleggen.

Artikel 65

1. De vergaderingen van het bestuurscollege worden met gesloten

deuren gehouden, voor zover het bestuurscollege niet anders heeft bepaald.

2. Het reglement van orde voor de vergaderingen kan regels geven

omtrent de openbaarheid van de vergaderingen van het bestuurscollege.

Artikel 66

1. Het bestuurscollege kan op grond van een belang, genoemd in artikel

11 van de Wet openbaarheid van bestuur BES, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het bestuurscollege worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat het bestuurscollege haar opheft.

2. Op grond van een belang, genoemd in artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur BES, kan de geheimhouding eveneens worden

opgelegd door de gezaghebber of een commissie, ten aanzien van de stukken die zij aan het bestuurscollege overleggen. Daarvan wordt op de