Deze pagina is proefgelezen
- 4. Een lid van de eilandsraad is voorzitter van een eilandsraadscommissie.
- 5. De artikelen 20 en 22 tot en met 24 zijn van overeenkomstige toepassing op een vergadering van een eilandsraadscommissie, met dien verstande dat in artikel 20 voor «gezaghebber» wordt gelezen «voorzitter van een eilandsraadscommissie» en in artikel 24, zesde lid, voor «artikel 26» wordt gelezen «artikel 119».
Artikel 118
- 1. De eilandsraad, het bestuurscollege of de gezaghebber kan andere commissies dan de commissies, bedoeld in artikel 117, eerste lid, instellen.
- 2. De gezaghebber en de eilandgedeputeerden zijn geen lid van een door de eilandsraad ingestelde andere commissie. Leden van de eilandsraad zijn geen lid van een door het bestuurscollege of de gezaghebber ingestelde commissie.
- 3. Het tweede lid is niet van toepassing op commissies die zijn ingesteld om te adviseren over de beslissing op ingediende bezwaarschriften en commissies belast met de behandeling van en de advisering over klachten.
- 4. De eilandsraad, het bestuurscollege onderscheidenlijk de gezaghebber regelt ten aanzien van een door hem ingestelde andere commissie de openbaarheid van de vergaderingen.
- 5. De artikelen 129, tweede lid, 143 en 144 zijn van overeenkomstige toepassing op een besluit tot instelling van een andere commissie.
Artikel 119
- 1. Een commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur BES, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.
- 2. Op grond van een belang, genoemd in artikel 11 van de Wet openbaarheid van bestuur BES, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het bestuurscollege en de gezaghebber, ieder ten aanzien van stukken die hij aan een commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de eilandsraad haar opheft.
- 3. Indien een commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de eilandsraad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de eilandsraad haar opheft.
AFDELING VIII. GELDELIJKE VOORZIENINGEN TEN BEHOEVE VAN DE LEDEN VAN DE EILANDSRAAD EN DE COMMISSIES
Artikel 120
- 1. De leden van de eilandsraad en de leden van de eilandsraad aan wie ingevolge artikel Ya 13 juncto artikel X 10 van de Kieswet ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte ontvangen een bij eilandsverordening van de eilandsraad vast te stellen vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten.