Deze pagina is proefgelezen
Artikel 208
Onze Minister wie het aangaat en de Rijksvertegenwoordiger bieden het bestuurscollege desgevraagd de gelegenheid tot het plegen van overleg met betrekking tot aangelegenheden die voor het openbaar lichaam van belang zijn, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet.
Artikel 209
- 1. Onze Minister wie het aangaat stelt de betrokken bestuurscolleges of een instantie die voor deze representatief kan worden geacht, zo nodig binnen een te stellen termijn, in de gelegenheid hun oordeel te geven omtrent voorstellen van wet, ontwerpen van algemene maatregel van bestuur of ontwerpen van ministeriële regeling waarbij:
- a, van de openbare lichamen regeling of bestuur wordt gevorderd;
- b, in betekenende mate wijziging wordt gebracht in de taken en bevoegdheden van het eilandsbestuur.
- 2. Voorstellen als bedoeld in het eerste lid bevatten in de bijbehorende toelichting een weergave van de gevolgen voor de inrichting en werking van de openbare lichamen en een weergave van het in het eerste lid bedoelde oordeel van de betrokken bestuurscolleges of representatieve instantie.
- 3. Onverminderd het eerste en tweede lid stelt Onze Minister wie het aangaat de betrokken bestuurscolleges of een instantie die voor deze representatief kan worden geacht, zo nodig binnen een te stellen termijn, vooraf in de gelegenheid hun oordeel te geven omtrent:
- a, ingrijpende beleidsvoornemens, die uitsluitend op de openbare lichamen betrekking hebben;
- b, beleidsvoornemens ten aanzien van de openbare lichamen om op ingrijpende wijze af te wijken van regelgeving die van toepassing is in het Europese deel van Nederland.
- 4. Onze Minister wie het aangaat is niet verplicht vooraf het in het eerste en derde lid bedoelde oordeel in te winnen indien zulks ten gevolge van dringende omstandigheden niet mogelijk is. In dat geval wordt het oordeel zo spoedig mogelijk ingewonnen en openbaar gemaakt.
Artikel 210
- 1. Een wet waarbij van de eilandsbesturen regeling of bestuur wordt gevorderd of waarbij in betekenende mate wijziging wordt gebracht in taken en bevoegdheden van de eilandsbesturen, wijkt van het bepaalde in deze wet niet af dan wanneer dat bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang.
- 2. Het voorstel voor een wet als bedoeld in het eerste lid bevat in de bijbehorende toelichting de gronden voor de voorgestelde afwijking.
Artikel 211
- 1. Onze Minister is belast met de coördinatie van het rijksbeleid dat de openbare lichamen raakt. Hij bevordert voorts de beleidsvrijheid van het eilandsbestuur.
- 2. Over maatregelen en voornemens die van betekenis zijn voor het rijksbeleid inzake de openbare lichamen treden Onze Ministers onder wier verantwoordelijkheid die maatregelen en voornemens tot stand komen in een vroegtijdig stadium in overleg met Onze Minister.
- 3. Onze Minister maakt bedenkingen kenbaar tegen een maatregel of een voornemen voor zover hem die maatregel of dat voornemen met het oog op het door de regering gevoerde decentralisatiebeleid niet toelaatbaar voorkomt.