Deze pagina is proefgelezen
Artikel 28
De leden van de eilandsraad stemmen zonder last.
Artikel 29
- 1. Een lid van de eilandsraad neemt niet deel aan de stemming over:
- a, een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken;
- b, de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij behoort.
- 2. Bij een schriftelijke stemming wordt onder het deelnemen aan de stemming verstaan het inleveren van een stembriefje.
- 3. Een benoeming gaat iemand persoonlijk aan, wanneer hij behoort tot de personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing bij het besluit betreffende de toelating van de na periodieke verkiezing benoemde leden.
Artikel 30
- 1. Een stemming is alleen geldig, indien meer dan de helft van het aantal leden dat zitting heeft en zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden, daaraan heeft deelgenomen.
- 2. Het eerste lid is niet van toepassing:
- a, ingeval opnieuw wordt gestemd over een voorstel of over een benoeming, voordracht of aanbeveling van een of meer personen ten aanzien van wie in een vorige vergadering een stemming op grond van dat lid niet geldig was;
- b, in een vergadering als bedoeld in artikel 21, tweede lid, voor zover het betreft onderwerpen die in de daaraan voorafgaande, ingevolge artikel 21, eerste lid, niet geopende vergadering aan de orde waren gesteld.
Artikel 31
- 1. Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.
- 2. Bij een schriftelijke stemming wordt onder het uitbrengen van een stem verstaan het inleveren van een behoorlijk ingevuld stembriefje.
Artikel 32
- 1. De stemming over personen voor het doen van benoemingen, voordrachten of aanbevelingen is geheim.
- 2. Indien de stemmen staken over personen tot wie de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt, wordt in dezelfde vergadering een herstemming gehouden.
- 3. Staken bij deze stemming de stemmen opnieuw, dan beslist terstond het lot.
Artikel 33
- 1. De overige stemmingen geschieden bij hoofdelijke oproeping, indien de voorzitter of een van de leden dat verlangt. In dat geval geschieden zij mondeling.
- 2. Bij hoofdelijke oproeping is ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet van deelneming aan de stemming moet onthouden verplicht zijn stem voor of tegen uit te brengen.
- 3. Indien over een voorstel geen stemming wordt gevraagd, is het aangenomen.