Naar inhoud springen

Pagina:Wetboek op de regterlijke instellingen en regtspleging in het koningrijk Holland (1809).pdf/38

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

benoeming het hof aan het gouvernement onverwijld kennis geeft.

Art. 184.

Wanneer eenige crminele zaken zijn afgeloopen, is hij gehouden de ſtukken en informatiën ten hove te brengen, om aldaar bewaard te worden.

Art. 185.

Bij vacature zullen alle papieren en registers, die onder den gewezen procureur des Konings, of in zijnen boedel zijn berustende en tot dit ambt behooren, aan den hove moeten worden uitgeleverd.

ZESDE HOOFDSTUK.
VAN DEN FISCAAL DES KONINGS OVER DE MIDDELEN TE WATER EN TE LANDE.

Art. 186.

De fiscaal des Konings over de middelen te water en te lande zal in zijne betrekking, als openbare aanklager bij de middelen te lande, voor het hoog geregtshof vervolgen alle zoodanige actiën, als door hem tot dus verre voor den raad van judicature over de middelen te water en te lande gebragt werden.

Art. 187.

Hij zal wijders in deze hoedanigheid dezelfde pligten jegens het hof, als bevorens omtrent den voorgemelden raad uitoefenen, en zich voorts in dezelve betrekking bijzonder gedragen, naar den inhoud van de inſtructie van den 4den van grasmaand 1806, welke in zoo verre gehouden wordt voor in deze geïnfereerd.

ZEVENDE HOOFDSTUK.
VAN DEN GRIFFIER EN SUBSTITUUT-GRIFFIER.

Art. 188.

De griffier zal beſtemd zijn tot het bijwonen van den raad, en de commisſiën en comparitiën daaruit voortvloeijende, en niet behoorende tot de rolle, noch ſtrekkende tot het doen van inſpectiën, of verhooren van getuigen of beſchuldigden; welk een en ander zal behooren tot de functiën van den ſubſtituut-griffier.