Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/49

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Hij die opzettelijk enig electriciteitswerk vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk veroorzaakt, of een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel verijdelt, wordt gestraft:

1o. met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden, indien daardoor verhindering of bemoeilijking van stroomlevering ten algemene nutte ontstaat;
2o. met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren, indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
3o. met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
4o. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.

Artikel 213 [1]

Hij aan wiens schuld te wijten is, dat enig electriciteitswerk wordt vernield, beschadigd, of onbruikbaar gemaakt, dat stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk ontstaat, of dat een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel wordt verijdeld, wordt gestraft:

1o. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden, indien daardoor verhindering of bemoeilijking van stroomlevering ten algemene nutte of gemeen gevaar voor goederen ontstaat;
2o. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden, indien daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat;
3o. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.

Artikel 214 [2]

Hij die opzettelijk enig werk dienende voor het openbaar verkeer of het luchtverkeer vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, enige openbare land- of waterweg verspert of een ten aanzien van zodanig werk of van zodanige weg genomen veiligheidsmaatregel verijdelt, wordt gestraft:

1o. met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren, indien daarvan gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten is;
2o. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren, indien daarvan gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.

Artikel 215 [3]

Hij aan wiens schuld te wijten is dat enig werk dienende voor het openbaar verkeer of het luchtverkeer wordt vernield, onbruikbaar gemaakt of beschadigd, enige openbare land- of waterweg versperd of een ten aanzien van zodanig werk of zodanige weg genomen veiligheidsmaatregel verijdeld wordt, wordt gestraft:

1o. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogtste drie honderd gulden, indien daardoor het verkeer onveilig wordt;
2o. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.

Artikel 216 [4]

  1. Ingev. bij G.B. 1923 no. 79.
  2. Gew. bij G.B. 1971 no. 56.
  3. Gew. bij G.B. 1971 no. 56.
  4. Gew. bij G.B. 1923 no. 79.