Pagina:Wetboek van strafrecht Suriname.pdf/53

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Artikel 232

Hij die zich met geweld of bedreiging met geweld verzet tegen een ambtenaar werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner bediening, of tegen personen die hem daarbij krachtens wettelijke verplichting of op zijn verzoek bijstand verlenen, wordt, als schuldig aan wederspannigheid, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

Artikel 233

De dwang en de wederspannigheid in de artikelen 231 en 232 omschreven worden gestraft:

1º. met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren, indien het misdrijf of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel ten gevolge hebben;
2º. met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren en zes maanden, indien zij zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben;
3º. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren, indien zij de dood tengevolge hebben.

Artikel 234

De dwang en de wederspannigheid in de artikelen 231 en 232 omschreven, door twee of meer personen met verenigde krachten gepleegd, worden gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren.

De schuldige wordt gestraft:

1o. met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren en zes maanden, indien het door hem gepleegde misdrijf of de daarbij door hem gepleegde feitelijkheden enig lichamelijk letsel ten gevolge hebben;
2o. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren, indien zij zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben;
3o. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren, indien zij de dood ten gevolge hebben.

Artikel 235 [1]

Met ambtenaren worden ten aanzien der artikelen 231-234 gelijkgesteld de bestuurders benevens de beëdigde beambten en bedienden van spoorwegdiensten. Voorts worden ten aanzien van die artikelen met ambtenaren gelijk gesteld de schipper of gezagvoerder van een luchtvaartuig, die een bevoegdheid uitoefent of een verplichting vervult, welke hem als zodanig is toegekend of opgelegd bij een bepaling van het Wetboek van Strafvordering. Onder schipper wordt begrepen hij die het hoogste gezag op een installatie ter zee uitoefent.

Artikel 236 [2]

Hij die opzettelijk niet voldoet aan een bevel of vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast of door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten, alsmede hij die opzettelijk enige handeling, door een dier ambtenaren ondernomen ter uitvoering van enig wettelijk voorschrift, belet, belemmert of verijdelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste zes honderd gulden.

  1. Gew. bij G.B. 1973 no. 74.
  2. Gew. bij G.B. 1973 no. 74.