Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/152

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

van denken en beschaafde gewoonten; door middel der spoorwegen en dergelijke heeft hij nieuwe rekruten om zich heen verzameld van het reserveleger van concurreerende gebreklijders, van wie zijn dobbelwinst hoofdzakelijk afhangt, waardoor de bevolking aan het land onttrokken en alle hoop en leven uit de kleinere steden verdoofd wordt.

Ik kan, als kunstenaar, de uiterlijke teekenen van deze treurige anarchie van den handelsoorlog ook niet als een der minst beteekenende verschijnselen beschouwen. Denk eens aan het zich steeds uitbreidende verderf van Londen, dat met zijn walgelijkheid veld en woud en heide opslokt zonder genade en zonder hoop, en onze zwakke pogingen om het minder groote kwaad van een met rook bezwangerde lucht en bevuilde rivier uit den weg te ruimen, zelfs bespot; aan de zwarte ellende en de roekelooze verwaarloozing onzer fabrieksdistricten, zoo weerzinwekkend voor de zintuigen van hen die er niet aan gewend zijn, dat het twijfel wekt aan de toekomst der menschheid, dat iemand daar nog leven kan met tamelijke opgewektheid; aan het platte land, waar de ellendige, haastig opgetrokken blokken van steen en lei de degelijke grijze woningen hebben verdrongen, die nog hier en daar verspreid staan, in hun vroolijken, doch schoonen eenvoud zinnebeelden van den Engelschen landbouwer, wiens ondergang in den destijds nog jongen handelsoorlog op zoo roerende wijze betreurd werd door den hoogstaanden More en den dapperen Latimer. Kortom, overal kan men, bij al wat betwijfeld worden kan, zeker zijn dat de overgang van het oude in het nieuwe een achteruitgang van het uiterlijk schoon van het land meebrengt.

Zoo is de toestand in Engeland: het land van orde, vrede en betrouwbaarheid, het land van het gezond

126