Naar inhoud springen

Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/37

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

afhankelijk van hun patroons, meer en meer daglooners en hun wijze van werken veranderde hoe langer hoe meer; de samentrekking van arbeiders in groote werkplaatsen onder één patroon was op zich zelf slechts een bezuiniging van ruimte, vuur, licht enz, doch zij was de voorbode van een veel grooter verandering; nu begon de verdeeling van arbeid en nam spoedig groote afmetingen aan. In de oude middeleeuwsche toestanden was het middelpunt van den arbeid de meester, die zijn werk kende van a tot z; hij werd slechts geholpen door leerlingen, die zich in zijn vak moesten bekwamen en niet gedoemd waren tot levenslange ondergeschiktheid. Doch onder het nieuwe stelsel van patroon en knechts kwam deze verandering, dat de arbeid uitging van een groep, waarvan elk lid afhankelijk was van het andere en zonder den ander hulpeloos was. Onder dit stelsel, verdeeling van arbeid genaamd, kan iemand en is iemand ook vaak, veroordeeld zijn geheele leven een onbeduidend artikel voor de markt te vervaardigen. Ik bezig den tegenwoordigen tijd, omdat dit stelsel van arbeidsverdeeling nog steeds samengaat met de laatste periode van voortbrenging voor winst waarover later meer.

Nu moet gij wel begrijpen, dat het ontstaan en de groei van dit stelsel van verdeeling van arbeid geen toeval was, ik bedoel geen gevolg van de een of andere voorbijgaande en onverklaarbare mode, die den menschen dwong naar werk te vragen, dat slechts op deze wijze voortgebracht kon worden; de oorzaak lag in de economische veranderingen, die de menschen dwong, niet langer voor hun levensonderhoud voort te brengen zooals voorheen, doch voor winstbejag. Bijna alle goederen, behalve die, welke op de eenvoudigste wijze vervaardigd werden, moesten nu op de markt gebracht worden, voordat zij in de handen van de verbruikers

19