e Nijvere Kunsten zullen misschien volgens sommigen van u niet belangrijk genoeg zijn, om samen te bespreken. Men zou kunnen zeggen, dat wij in onzen woeligen tijd te midden onzer groote beschaving te zeer ingenomen worden door ons werk, om eenige aandacht te kunnen schenken aan een soort kunst, die niet in staat is ons diep te ontroeren of veel inspanning te vragen van ons denkvermogen. Nu is er wel wat te zeggen voor deze verwerping der nijvere kunsten, indien men het op een bepaalde wijze en met een bepaald doel doet; toch komt het mij voor, dat men voor het verwerpen der nijvere kunsten geen voldoende reden heeft en men er de gemeenschap schade mede berokkent; daarom voel ik mij niet beschaamd hier voor u te staan als hun pleitbezorger en verdediger, waarvoor ik trouwens alle reden heb, omdat ik door hen de dienaar van het publiek
Pagina:WilliamMorris1903KunstEnMaatschappij.djvu/53
Uiterlijk